De verdediging voert aan dat er een lange periode lag tussen de vermeende handelingen en de aangifte. Daardoor hebben de vrouwen de gebeurtenissen met elkaar kunnen bespreken en zijn hun verklaringen mogelijk gekleurd geraakt. Verder heeft geen van de vrouwen een duidelijk 'nee' laten horen toen ze betast werden. Ook vindt de raadsman het opmerkelijk dat een van de vrouwen pas aangifte deed nadat haar vriend door de restauranteigenaar was geschorst. De werkgever ontkent en stelt dat hij geen seksuele bedoelingen heeft gehad als hij een arm om de schouder sloeg of een tikje op de billen gaf. Dat zijn zaken die gebruikelijk zijn in de horeca en hij vindt dat niet ontuchtig.