Een opvallend resultaat van het experiment was dat huis- en bedrijfsartsen gaandeweg de samenwerking anders naar elkaar zijn gaan kijken en van elkaar hebben geleerd. Zo heeft de bedrijfsarts onder huisartsen vaak nog een negatief stempel. Maar al snel werd tijdens het experiment bij het Gezondheidscentrum Wantveld duidelijk dat de bedrijfsarts al lang niet meer de uitgebluste arts is die zijn laatste jaren met dit werk vol kan maken. Het werd de huisartsen duidelijk dat bedrijfsartsen worden opgeleid om te demedicaliseren en snelle effectieve interventies toe te passen die niet alleen de kwaal, maar vooral de oorzaak moeten aanpakken. Met vaak eenvoudige adviezen maakt de bedrijfsarts werknemers bewust van hun valkuilen en kan hij hen, maar ook hun werkgevers, veel ellende besparen. Door vroegtijdig in te grijpen en verder te kijken dan het gezondheidsprobleem, kan meer gezondheidsschade worden voorkomen. De huisarts kijkt op een andere manier naar de patient dan de bedrijfsarts naar zijn client. De huisarts kijkt vanuit het gezondheidskundige aspect, de bedrijfsarts vanuit het oogpunt van het functioneren. De huisarts doet dingen die veel bedrijfsartsen niet meer (of onvoldoende) beheersen, zoals het volgens de laatste protocollen voorschrijven van medicatie. De huisartsen zijn zich bewust geworden van het feit dat bedrijfsartsen een ander vak uitoefenen, maar dat er wel een gemeenschappelijk doel is; het bevorderen van het welzijn van de mens. Een van de huisartsen noemde de inbreng van de bedrijfsarts een 'eye-opener' en hij kreeg in veel gevallen tips en adviezen waar hij zelf niet aan had gedacht.