Binnen iedere functie zijn er dingen die je zeker wel en beter niet kunt doen. Voor de vertrouwenspersoon is dat niet anders en misschien nog wel dwingender. Want de belangen zijn groot. Daarom hier de do's and don'ts op een rij.
Dit zijn de do’s
Mensen moeten ontspannen hun eigen verhaal kunnen doen. Dus de vertrouwenspersoon moet allereerst heel goed kunnen luisteren, mensen niet in de rede vallen, empathie hebben, geen eigen oordeel en mening geven en ook geen eigen verhaal inbrengen. Samen kijken melder en vertrouwenspersoon dan daarna hoe ze het probleem kunnen aanpakken en oplossen.
Dit moet een vertrouwenspersoon wél doen:
- Luisteren, samenvatten en doorvragen (LSD)
- Stiltes laten vallen
- Geheimhouding benadrukken
- Serieus nemen
- Afstand bewaren, wel empathie uitstralen
- Mogelijkheden benoemen
- Zelf keuze laten maken
- Toegankelijk zijn
- Tijd nemen
- Onafhankelijkheid bewaken
- Soms doortastend optreden
- Altijd registreren
En dit zijn de don’ts
Dit moet een vertrouwenspersoon níet doen:
- Oordelen
- Probleem overnemen
- Doorvertellen
- Zelf bemiddelen
- Beloftes doen
- Eigen normen en waarden projecteren
- Actie ondernemen zonder toestemming
- Eigen mening ventileren
- Lid van de klachtencommissie zijn
Ook de vertrouwenspersoon heeft wel eens een gids nodig
De vertrouwenspersoon heeft een interessante en veelzijdige functie. Maar die is vaak ook belastend en emotioneel. Ook de vertrouwenspersoon heeft soms een gids nodig. En die is er gelukkig ook: de Gids voor vertrouwenspersonen van Cor van Duinhoven. Dit boek biedt een praktische handleiding met heel veel relevantie informatie.