Bij het vaststellen van de mate van verwijtbaarheid en de hoogte van de boete heeft de minister de overtreding in de bezwaarfase getoetst aan de tussentijds gewijzigde Beleidsregel 33 van de arbeidsomstandighedenwetgeving, die op 1 januari 2007 in werking trad. In die nieuwe beleidsregel zijn de boetenormbedragen verdubbeld en drie matigingsgronden opgenomen. In dit geval was aan twee matigingsgronden voldaan, aangezien de risico's waren geinventariseerd en de werknemers voldoende waren geinstrueerd. Maar aan het vereiste van voldoende toezicht op de werkzaamheden en de naleving van de instructies is volgens de minister niet voldaan. Daarom staat niet vast dat elke verwijtbaarheid ontbreekt. De boetenorm bedraagt sinds 1 januari 2007 voor een bedrijf met de grootte van de werkgever 8.100 euro. De boete is met het oog op de twee matigingsgronden met twee derde verlaagd tot 2.700 euro.