In de bedrijfsrichtlijnen van een onderneming staat dat ongewenst gedrag, zoals agressie of geweld, niet thuishoort bij de onderneming. Op dergelijk gedrag kan ontslag op staande voet volgen.
In september 2021 heeft een werknemer een schriftelijk waarschuwing gekregen wegens - onder meer - bedreiging van een collega. Na de nachtdienst van 3 op 4 november wacht deze werknemer een collega bij zijn huis op en mishandelt hem zodanig ernstig, dat ziekenhuisopname noodzakelijk is. De collega heeft geen idee waarom dit is gebeurd.
Ontslag op staande voet
De werknemer bekent de mishandeling in een gesprek met de HR manager en verklaart dat hij de afgelopen drie jaar veel druk heeft ervaren van teamleider en collega’s. Zijn herhaald verzoek tot overplaatsing is genegeerd. Hij is door dit alles gedeprimeerd geraakt, gebruikt softdrugs om rustiger te worden en geeft bedrijf, teamleider en collega’s de schuld. Hij kan niet verklaren waarom nou juist deze collega het slachtoffer was, maar uit opnieuw bedreigingen tegen deze en een andere collega. De werknemer wordt geschorst en op 5 november op staande voet ontslagen. Hij vecht het ontslag aan.
Wat zegt de rechter?
Ontslag op staande voet kan alleen bij een dringende reden (art. 7:677 lid 1 BW). De rechter moet bij de beoordeling daarvan alle omstandigheden meewegen, zoals de aard en ernst van de dringende reden, maar ook de gevolgen voor de werknemer. Vaststaat dat de werknemer een collega ernstig heeft mishandeld. En dat hij tijdens het gesprek daarover dreigementen aan deze collega en een ander heeft geuit.
De werknemer heeft tijdens de rechtszitting erkend dat hij zijn collega bij zijn huis heeft opgewacht en hem heeft geslagen toen die naar buiten kwam. De klappen waren zo heftig, dat de collega per ambulance is afgevoerd. De werknemer heeft deze actie niet echt kunnen verklaren. Het zou te maken hebben gehad met druk en pesterijen van de collega’s en het weigeren van een overplaatsing. De werkgever ontkent dat de werknemer om overplaatsing heeft gevraagd. Maar dat alles rechtvaardigt niet de opzettelijke mishandeling.
Vertrouwenspersoon niet ingeschakeld
In plaats van een collega te mishandelen had de werknemer beter de vertrouwenspersoon van het bedrijf kunnen inschakelen, voor de door hem ondervonden problemen. Dat heeft hij niet gedaan. Mishandelen of bedreigen van collega is volgens de wet een voorbeeld van een dringende reden. Van een gedraging in de privé sfeer is geen sprake, omdat het mishandeling en bedreiging van collega’s betreft. Dat het buiten werktijd is gebeurd maakt dat niet anders.
De persoonlijke omstandigheden van de werknemer doen aan de dringendheid van de ontslagreden weinig af. Verder heeft hij sinds half december 2021 een andere baan, zodat de gevolgen van het ontslag beperkt zijn. De rechter wijst het verzoek van de werknemer af.
Bron: Kantonrechter Haarlem, 11 april 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3231