Slijpmachine

Het ongeval werd allereerst veroorzaakt door gebreken aan de slijpmachine. De messensliep werkte met twee slijpmachines: een voor het onder- en een voor het kooimes. Deze machines stonden opgesteld op houten balken. Het ondermes was op twee plaatsen met twee stelschroeven (opspan) aan de voorkant van de slijpmachine vastgezet. Daarnaast hield een aantal magneetblokjes het mes in positie. De contactvlakken van de stelschroeven waren helemaal glad, er was geen enkele verruwing of vertanding meer aanwezig. Tijdens het slijpen bewoog de machine iets over de geleiders, waarschijnlijk door de trillingen, of doordat de machine niet waterpas stond. Ook nadat de machine was uitgezet, bleef ze gedurende de uitlooptijd van 55 seconden bewegen.