Vanwaar toch de brede irritatie over arboregels, vanwaar het gevoel dat het anders zou moeten? Om deze vraag te beantwoorden kunnen we een uitstapje maken naar de theorie van Geert Hofstede, zoals hij die onder andere beschrijft in zijn publicatie Allemaal andersdenkenden; omgaan met cultuurverschillen uit 1991. Hofstede onderscheidt vijf verschillende gedragskenmerken: masculiniteit/feminiteit; machtsafstand; individualiteit; langetermijngerichtheid en ten slotte - voor arboprofessionals van belang - 'onzekerheidsmijding'. Dit laatste kenmerk heeft grote invloed op de manier waarop mensen met risico's en vooral met regels omgaan. Volgens Geert Hofstede verschilt die van land tot land. In zijn boek bestempelt hij de Duitstalige en Zuideuropese landen als onzekerheidsmijders. Onzekerheidsmijders zoeken de oplossing van een probleem in eerste instantie in het opstellen en handhaven van regels. Inwoners van Angelsaksische landen kennen daarentegen een lage onzekerheidsmijding, althans ten tijde van Hofstedes onderzoek. Ze definieren een verschijnsel minder snel als probleem, dus als iets dat moet worden aangepakt en opgelost. En als ze iets aanpakken, doen ze dat eerder door mensen aan te spreken dan door regels op te stellen. Geert Hofstede gaf al in 1980 aan dat de discussie in Europa over regels daarom moeizaam zal verlopen: er zijn landen die in regels geloven en landen die er minder van verwachten. De Angelsaksische cultuur lijkt in Nederland de afgelopen jaren de overhand te krijgen. In die cultuur wordt minder van regels verwacht en meer van onderlinge ad-hoc-afstemming tussen mensen. Consequentie daarvan is overigens dat een goede voorlichting van medewerkers belangrijk wordt, zodat zij zelf daadwerkelijk meer verantwoordelijkheid kunnen nemen. Deze ontwikkeling verklaart de reactie van de BOA en niet alleen van deze organisatie. Er is een breed gevoel in de Nederlandse samenleving dat de oplossingsrichting van voorkomende problemen eerder in minder dan in meer regels moet worden gevonden.