Mensen die kunnen zijn wie ze willen zijn en kunnen doen wat ze willen doen, blijven langer vitaal. Omdat iedereen verschillend is, is het belangrijk om met medewerkers te bespreken wat zij waardevol werk vinden. Dat zegt Evelien Brouwers, hoogleraar psychische gezondheid en duurzame inzetbaarheid in arbeid aan Tilburg University. Precies daar ligt de kern van het capability-model Werk als waarde.
Bang dat psychische problemen bespreken carrière schaadt
Een kwart van de Nederlandse werkenden zou psychische problemen niet met de leidinggevende bespreken. Schaamte is daar een belangrijke reden voor, aldus Brouwers. Ook vrezen mensen dat het bespreken van die problemen hun carrière schaadt. “Vaak zijn mensen bang voor de reactie van anderen. Ze vrezen dat een leidinggevende voor hen beslist dat zij taken moeten laten vallen; misschien juist werk dat ze leuk vinden.”
> LEES OOK: Zo gaat u van werkdruk naar werkplezier
Recent onderzoek van Brouwers laat zien dat dit geen onterechte angst is. “Er is een reële kans dat het bespreken van psychische problemen leidt tot een verlies van werk of verandering van werk in negatieve zin”, zegt zij. “Maar als mensen niet over hun problemen durven te praten, missen we gelegenheden om werkaanpassingen te realiseren. Of om mee te denken over wat iemand nodig heeft, om steun te bieden.”
Met mensen bespreken wat zij waardevol werk vinden
Volgens Brouwers is het voor duurzame inzetbaarheid belangrijk dat mensen kunnen zijn wie ze willen zijn en kunnen doen wat ze willen doen. Bovendien moeten zij daarin keuzemogelijkheden hebben. Dat is precies de kern van het capability-model Werk als waarde.
“Het is belangrijk om met mensen te bespreken wat zij waardevol werk vinden. Een veelgemaakte fout is dat de leidinggevende voor de werknemer invult wat die persoon belangrijk vindt, zonder dit samen te bespreken. Als de werknemer niet kan doen wat voor hem van waarde is, heeft dat een nadelig effect op zijn duurzame inzetbaarheid.”
Het model Werk als waarde grijpt terug op het capability-model van de Indiase Nobelprijswinnaar Amartya Sen. Binnen de Tilburgse leerstoel heeft emeritus-hoogleraar Jac van der Klink het model de afgelopen jaren naar de Nederlandse werkcontext vertaald.
Model Werk als waarde kan inzetbaarheid verbeteren
Zijn opvolger Evelien Brouwers denkt dat het model kan bijdragen aan het voorkomen van verzuim en een verbeterde inzetbaarheid van mensen. “Eerder lag de focus vooral op negatieve aspecten. Bijvoorbeeld: wat veroorzaakt stress bij mensen? Het Werk als waarde-model kijkt echt naar waar iemands hart ligt, waar hij energie van krijgt. Het is niet gericht op psychische klachten, maar op het kunnen realiseren van wat iemand belangrijk vindt.”
> LEES OOK: Veilig en vitaal, zo krijgt u mensen in beweging
Een set van zeven ‘capabilities’ geeft indicaties voor de duurzame inzetbaarheid en welzijn van mensen. Het zijn zeven ‘mogelijkheden’ die mensen over het algemeen belangrijk vinden om te kunnen realiseren in het werk. Voor waardevol werk gaat het om: 1) gebruikmaken van kennis en vaardigheden, 2) ontwikkelen van kennis en vaardigheden, 3) betrokkenheid bij belangrijke besluiten, 4) opbouwen van betekenisvolle contacten op het werk, 5) eigen doelen stellen, 6) een goed inkomen hebben en 7) bijdragen aan iets waardevols.
Problemen verschillen, dus per individu kijken wat nodig is
Wat iemand waardevol vindt, verschilt per persoon. “Uitgangspunt is diversiteit; iedereen is anders”, zegt Brouwers. “Iedereen heeft weleens wat. Maar de problemen verschillen. Want de een combineert werk met kleine kinderen, de ander ligt in scheiding of is mantelzorger. Daarom kan een werkgever beter niet met beleid en regels aan de voorkant iedereen hetzelfde aanbod doen voor waardevol werk. Het werkt veel beter als je kijkt naar wat elk individu nodig heeft om duurzaam en gelukkig te blijven werken. Dat kan betekenen dat je in de ene medewerker meer investeert dan in een andere die het minder nodig heeft. Maatwerk is dus het adagium bij waardevol werk.”
> LEES OOK: Gezond en vitaal met leertraject voor iedereen
Wat iemand belangrijk vindt in zijn werk kan per persoon verschillen, maar ook in het werk zelf, stelt Brouwers. Voor sommige mensen is een goed inkomen de drijfveer voor hun werk. Maar in de zorg hechten medewerkers vooral aan betekenisvolle contacten met patiënten en collega’s, blijkt uit onderzoek. “Dat verklaart mogelijk waarom thuiszorgmedewerkers ondanks de vaak hoge werkdruk het werk toch volhouden. Zij vinden de contacten in hun werk voldoende waardevol om aan de slag te blijven”, aldus Brouwers.
Lijst Werk Capabilities als aanknopingspunt voor gesprek
Met de vragenlijst Lijst Werk Capabilities (LWC) is het mogelijk om snel inzicht te krijgen in wat mensen in het werk belangrijk vinden. En ook of zij erin slagen waardevol werk te realiseren en of de (werk)omgeving dit mogelijk maakt. Brouwers: “De vragenlijst houdt mensen een spiegel voor. Daarmee kan de uitkomst van de vragenlijst een mooi aanknopingspunt zijn voor een gesprek daarover met een leidinggevende.”
Brouwers geeft een voorbeeld van hoe het mis kan gaan als werkzaamheden zonder overleg worden ingevuld. “Een werkneemster met autisme moest re-integreren en werd ingezet als schoonmaakster. Maar de vrouw voelde zich helemaal niet prettig in dat werk, omdat ze steeds geconfronteerd werd met mensen die langs haar liepen. Ze wilde veel liever haar kennis gebruiken op een financiële administratie, waar ze rustig kon werken. Maar er was voor haar ingevuld dat werk waarbij ze moest nadenken te moeilijk zou zijn.”
Initiatief om verzuim te voorkomen ligt niet bij bedrijfsarts
De nieuwe inzichten in waardevol werk vanuit het capability-model dienden als basis voor de vernieuwde richtlijn Psychische problemen (2019) van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Brouwers was voorzitter van de commissie die de landelijke richtlijn recentelijk heeft herzien.
Toch ligt wat haar betreft het initiatief tot verzuim voorkomen niet bij de bedrijfsarts. “Nee, voor primaire preventie komt de bedrijfsarts veel te laat om de hoek kijken. Als mensen bij de bedrijfsarts komen, is er al sprake van verzuim. Je wilt het verzuim juist voorkomen. Want uitval is heel schadelijk voor mensen. Bovendien is het verzuim een grote kostenpost voor werkgevers.”
> LEES OOK: Werkverzuim door stress kost u steeds meer geld
Leidinggevenden hebben sleutelrol bij voorkomen uitval
Brouwers wil zich daarom vooral richten op uitval op het werk voorkomen. “Nu komen we vaak pas in actie als het kalf verdronken is. We zijn nog te laat en te veel gericht op symptomen. Daarom moeten we veel meer aan de voorkant ingrijpen.”
Iedereen die bij duurzame inzetbaarheid betrokken is, heeft volgens haar een rol in preventie van verzuim. “Het zou mooi zijn als werknemers laagdrempeliger naar een bedrijfsarts kunnen stappen. Maar dan wel een bedrijfsarts die ook is opgeleid in het capability-gedachtegoed. Niet een die alles naar het medische terrein trekt, want niet alles is medisch. Het gaat erom dat er vroegtijdig aandacht kan zijn voor wat mensen nodig hebben om niet uit te vallen. De bedrijfsarts is daarin een speler, maar zeker niet de enige.”
> LEES OOK: Geef de bedrijfsarts eens wat meer vertrouwen
Vooral leidinggevenden hebben volgens Brouwers een sleutelrol; zij zitten dicht op de werknemers en kennen hen goed. “Leidinggevenden kunnen werk als waarde bespreekbaar maken in loopbaan- of functioneringsgesprekken. Zij werken daarbij in samenspel met HR en de werkgever. Iedereen binnen een organisatie moet in verbinding met elkaar bijdragen aan een veilig werkklimaat waarin mensen zichzelf kunnen zijn. En waarin werkdruk, stress of andere psychische problemen bespreekbaar zijn.” Alleen dan wordt waardevol werk voor iedereen bereikbaar.
> LEES OOK: Succesvol naar sociale veiligheid met ISO 45001
Hoe kunnen we werk als waarde vertalen naar de praktijk?
Het capability-model Werk als waarde biedt echt kansen voor duurzame inzetbaarheid, stelt Brouwers. Er lopen nu pilots om het model goed in de praktijk toe te passen. Dat is nog onderwerp van onderzoek. Brouwers: “Hoe kunnen leidinggevenden, bedrijfsartsen en arboprofessionals dit vertalen naar de praktijk? Daar zijn we nu mee bezig. Maar we hebben al wel aanwijzingen uit eerder onderzoek dat hierin belangrijke mogelijkheden liggen voor duurzame inzetbaarheid. Die mogelijkheden hebben we nog niet optimaal benut. Daar liggen dus kansen. Anderzijds is het ook nog work in progress.”