In het Jaarplan 2023 Nederlandse Arbeidsinspectie beschrijft de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) de prioriteiten en werkwijze voor 2023. Het omvat een ambitieuze doelstelling voor 2023. Het is het eerste uitvoeringsjaar van de nieuwe meerjarenperiode, de koers voor de komende vier jaar. Die koers staat beschreven in het Meerjarenplan 2023-2026.
Uitgangspunt bij het toezicht van de NLA is volgens het Jaarplan 2023 de verantwoordelijkheid van werkgevers voor gezond, veilig en eerlijk werk. Daarbij gaat de NLA uit van risicogericht toezicht. Met andere woorden: daar waar de risico’s voor werknemers het grootst zijn, oefent de NLA het toezicht op de naleving van de Arbowetgeving het intensiefst uit.
Risicogericht werken vanuit 11 programma’s
Om risicogericht te kunnen werken gaat de NLA uit van 11 programma’s. Sommige van die programma’s zijn specifiek gericht op een sector, bijvoorbeeld uitzendbureaus. Andere zijn meer gericht op een thema, zoals certificatie & markttoezicht of goed werkgeverschap in sectoren en ketens. Of ze richten zich op specifieke risicovolle activiteiten, denk aan blootstelling gevaarlijke stoffen, asbest en procesveiligheid Brzo/ARIE.
De meeste programma’s zijn een voortzetting van al bestaande programma’s. Het programma ‘Bedrijven met gevaarlijke stoffen’ wordt opgesplitst in twee programma’s. Want met de nieuwe ARIE-regeling neemt het toezicht op procesveiligheid substantieel toe. Vandaar een apart programma gericht op procesveiligheid en het voorkomen van gevaarlijke situaties en ongevallen bij Brzo- en ARIE-bedrijven. Daarnaast richt een tweede programma zich op beperking van de risico’s rondom blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Soms meer voorlichting, soms meer handhaving
De programma’s hebben allemaal een eigen opdracht en een eigen benadering. Dat is ook logisch. Want sommige programma’s lenen zich goed voor een meer op voorlichting gerichte benadering. Terwijl andere programma’s zich vooral zullen richten op handhaving van Arbowet en -regelgeving.
De NLA wil dat haar optreden zo effectief mogelijk is. Daarom is het toezicht risicogericht en moeten de interventies zo veel mogelijk effect hebben: lerend waar het kan, bestraffend waar het moet. NLA zoekt de samenwerking met andere organisaties waar dat tot meer of betere mogelijkheden kan leiden om effectief op te treden.
Kanttekening 1: Effectief optreden, maar hoe?
Deze effectiviteitsdoelstelling klinkt mooi, maar vraagt ook om een kritische beschouwing.
Hoe zet NLA beperkte toezichtscapaciteit optimaal in?
Hoe zorgt de NLA ervoor dat haar toezicht zich daadwerkelijk richt op die bedrijven waar werknemers de grootste risico’s lopen? En hoe voorkomt de NLA dat zij blinde vlekken ontwikkelt voor plekken waar mogelijk ook grote risico’s bestaan?
Zij kan de beperkte toezichtscapaciteit tenslotte maar één keer inzetten. Als die inzet zich voornamelijk richt op – bijvoorbeeld – toezicht op uitzendbureaus, wat betekent dat dan voor het toezicht op een relatief nieuwe sector als flitsbezorging? Over dat laatste thema publiceerde de NLA afgelopen jaar overigens de themarapportage maaltijd- en flitsbezorging.
Hoe bepaalt NLA welke interventie het meest oplevert?
En hoe bepaalt de NLA welke interventie het meeste effect oplevert? Waarom volstaat in het ene geval een bestuurlijke boete en wordt in het andere geval een strafrechtelijk onderzoek opgetuigd?
Uit de Aanwijzing handhaving Arbeidsomstandighedenwet en arbeidstijdenwet van het Openbaar Ministerie volgt dat bij een arbeidsongeval met dodelijke afloop een strafrechtelijk onderzoek altijd nodig is. Dat is verklaarbaar, gelet op de gevolgen van het arbeidsongeval. Maar het gevolg hoeft niet in verband te staan met de ernst van de overtreding van de Arbowet- en -regelgeving.
Een kleine overtreding kan tot ernstige gevolgen leiden. Terwijl een veel ernstiger overtreding die tot een groot risico leidt, door puur geluk geen ernstige gevolgen hoeft te hebben. Toch wordt de eerste overtreder in dit geval strafrechtelijk onderzocht. En wordt in het tweede geval mogelijk volstaan met een bestuurlijke boete.
Kanttekening 2: Risico dat alles prioriteit wordt
Een tweede punt van kritiek op het Jaarplan 2023 van de NLA is het volgende. In algemene zin hebben jaarplannen de neiging steeds nieuwe prioriteiten aan te wijzen, zonder afscheid te willen nemen van eerder benoemde prioriteiten. Dat brengt het risico met zich mee dat alles prioriteit wordt en dus niets meer prioriteit heeft.
Het Jaarplan 2023 van de NLA is ambitieus. De tijd zal leren of het de NLA lukt om haar doelstelling te realiseren: “Werkgevers en opdrachtgevers helpen om werken veiliger, gezonder, eerlijker te maken”.
Tekst | Mr. Paul Verloop, Libertas advocaten
Lees meer van Paul Verloop:
Geen (goede) RIE? Twee ongevallen, twee uitspraken. Dit is het verschil