Samir werkt al tien jaar bij de technische dienst van een productiebedrijf. Hij is een vakman, weet alles van machines en storingen en staat bekend om zijn inzet.
De casus van Samir
Maar sinds Samir een baard laat staan en een gebedsketting draagt, merkt hij dat de sfeer verandert. In de groepsapp van de monteurs verschijnen zogenaamd grappige berichten en foto's. Een plaatje van iemand in een overall met de tekst: "Terrorist aan het lassen." Of opmerkingen als: "Samir doet zeker niet mee aan de vrijdagmiddagborrel."
Eerst lacht hij mee – in de werkplaats wordt nu eenmaal hard gewerkt en hard gegrapt – maar de berichten worden persoonlijker. Zo krijgt hij bij een storing in het weekend een bericht: "Jij hoeft er vast niet heen, je hebt toch altijd vrij op vrijdag?" En tijdens een oefening voor bedrijfshulpverlening zegt iemand: "Met die baard mag jij vast niet bij de brandweer."
Samir voelt dat de grappen minder onschuldig zijn dan ze lijken. Toch wil hij niet meteen de confrontatie zoeken. Hij bewaart de berichten en denkt na.
Wat kan Samir doen?
Wanneer Samir tegenover mij zit, aarzelt hij zichtbaar. "Ik wil geen huilebalk zijn", zegt hij. "Hier is altijd rauwe humor geweest en ik heb daar nooit problemen mee gehad. Maar dit voelt anders. Ik open de app met een knoop in mijn maag."
We onderzoeken samen zijn mogelijkheden. Samir kan het laten rusten en hopen dat het vanzelf stopt. Of hij kan het in de groep bespreekbaar maken, maar vreest dat ze hem dan belachelijk maken. Ook kan hij naar zijn leidinggevende stappen, maar weet niet of die er echt iets mee zal doen.
Ik benadruk dat er niets hoeft. Hij bepaalt zelf of en wanneer hij actie onderneemt. Voor nu besluit Samir het nog even aan te kijken. "Misschien waait het wel over", zegt hij. Met die keuze houdt hij de regie, ook al blijft de spanning voelbaar.
Alles bijhouden biedt houvast
In de weken die volgen, blijft Samir de app lezen. Soms zijn er dagen dat er geen enkele opmerking over hem wordt gemaakt en voelt hij zich bijna opgelucht. Maar dat duurt nooit lang: één nieuwe opmerking is genoeg om het beklemmende gevoel weer terug te brengen.
Om grip te houden besluit hij alles bij te houden. Hij noteert de data en kopieert de berichten. Niet omdat hij er direct iets mee wil doen, maar om het later terug te kunnen kijken. Het geeft hem houvast en het gevoel dat hij, ondanks zijn twijfel, de regie bewaart: hij beslist zelf of en wanneer hij dit gebruikt.
Toch verandert er iets. Samir merkt dat hij stiller wordt in de pauzes, minder vaak meegaat naar de kantine en thuis vaker piekert. Soms vraagt hij zich af of hij niet te gevoelig is, of dat hij zich juist te lang stilhoudt. Zijn collega's zeggen er niets over, maar hij voelt dat de onderlinge afstand groter wordt.
Niet of toch wel het gesprek aangaan?
Na twee maanden stuurt hij mij een kort bericht: vriendelijk maar afhoudend. "Een vervolggesprek is niet nodig. Dank voor je ondersteuning!" Ik antwoord dat ik dat uiteraard respecteer. Toch blijft de casus bij mij op de achtergrond aanwezig.
Vier maanden na ons eerste gesprek zoekt Samir opnieuw contact. Deze keer klinkt zijn stem anders: moe, maar vastberaden. "Ik merk dat ik er zelf niet meer uitkom. Ik wil het gesprek met mijn leidinggevende aangaan. Niet om iemand kapot te maken, maar om duidelijk te zeggen wat dit met mij doet."
Het gesprek met de leidinggevende
We bereiden het gesprek zorgvuldig voor. Samir bepaalt wat hij wil vertellen en welke berichten hij wil laten zien. Ik denk met hem mee over de formulering, maar hij kiest zelf zijn woorden. Ook of ik aanwezig zal zijn, laat ik aan hem. Uiteindelijk wil hij dat ik erbij ben: niet om voor hem te spreken, maar als steun.
Tijdens het gesprek legt hij de berichten op tafel. Zijn handen trillen, maar zijn boodschap is helder: "Dit gaat niet meer over grappen. Dit is discriminatie. En dit doet wat met mij."
De leidinggevende schrikt zichtbaar en erkent dat dit onacceptabel is. Hij belooft maatregelen te nemen. Binnen een week volgt een werkoverleg waarin wordt afgesproken dat de groepsapp dezelfde normen kent als de werkvloer. Er komt ook een traject om omgangsvormen en respect bespreekbaar te maken.
Dubbele gevoelens
Voor Samir voelt het resultaat dubbel. Opluchting dat er geluisterd wordt en dat hij niet langer alleen staat. Maar ook spanning: hoe zullen collega's hem zien? Als verrader? Of als iemand die voor zichzelf opkomt?
In een vervolggesprek zegt hij: "Het was zwaar, maar ik ben blij dat ik niet stil ben gebleven. Ik heb zelf besloten wanneer ik dit oppakte. En ik voel dat ik daar sterker van ben geworden."
Tips
- Zorg voor duidelijke kaders. Stel gedragsregels over (digitale) omgangsvormen op.
- Ook groepsapps zijn onderdeel van de werkcultuur. Neem grensoverschrijdend gedrag daar net zo serieus als op de werkvloer.