Het onderscheid tussen feiten en mythen lijkt immers steeds diffuser te worden. Ook op het gebied van risico’s. Daarom de hoogste tijd om een aantal risicofabels te ontrafelen. Mede voor onze eigen veiligheid.
Ook veiligheid is toe aan reformatie
Het doel van het boek Veiligheidsfabels 1-2-3 wordt met een stevige metafoor neergezet. Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther zijn 95 stellingen op een kerkdeur in het Duitse Wittenberg. Dit wordt veelal gezien als start van de reformatie. Vijfhonderd jaar later presenteert veiligheidscriticus Carsten Busch zijn 95 veiligheidsfabels. Niet op een deur, maar in een boek. Omdat ook veiligheid aan reformatie toe is, na decennia van dwalingen en misverstanden. Overdreven? Helemaal niet, zo blijkt. Vervang veiligheid door risicomanagement, en dezelfde conclusie houdt stand.
Volgens de Noors-Nederlandse veiligheidsexpert Carsten Busch heeft veiligheid een serieus probleem. Of beter gezegd, 95 problemen. En wel in de vorm van 95 fabels over veiligheid. Mythen die in allerlei organisaties rondwaren en ten onrechte voor waar worden aangenomen. Met de bekende hulpkreet uit de Apollo 13, Houston we have a problem, geeft Busch hiervoor een aantal herkenbare redenen.
Veiligheid is aan reformatie toe, na decennia van dwalingen en misverstanden
We nemen te veel aan van horen zeggen
Zo nemen veel veiligheidskundigen – en niet alleen deze beroepsgroep – te veel aan van horen zeggen. Dit zonder zich écht in de materie te verdiepen. Met zo’n weinig kritische en reflectieve houding wordt veiligheid dogmatisch. Ook wordt zo een geheel eigen deskundigenwereldje gecreëerd. Zo’n wereld waarin fabels het goed doen. Daarbij worden – managers, let nu op – veiligheidsprofessionals lang niet altijd even effectief ingezet. De focus is te eenzijdig op voldoen aan wet- en regelgeving en het voorkomen van letselschade door verzuim. Effectief omgaan met veiligheid in organisaties is zoveel breder, of zou dat moeten zijn. Het gaat om het voorkomen én leren van ongewenste gebeurtenissen, ofwel om het omgaan met risico’s. Vervang veiligheid door het risicomanagement en dezelfde redenen houden stand.
Fabel 1: Veiligheid is afwezigheid van ongevallen
Carsten Busch wijdt een apart hoofdstuk aan risico en risicobeoordeling. Toch komen in het hele boek veiligheidsfabels voor, die tevens risicofabels zijn. Het begint al bij Fabel 1, die gelijk stevig binnenkomt: Veiligheid is afwezigheid van ongevallen. Niet dus. Geen ongevallen kan immers best toeval zijn. Het betekent niet automatisch dat een werkomgeving veilig is. Later, bij Fabel 85 (Ons doel moet nul zijn!) wordt dit pijnlijk helder met een voorbeeld: het ontplofte boorplatform Deepwater Horizon. Die van de enorme milieuramp in de Golf van Mexico, naast elf dodelijke slachtoffers. Op de dag van de ramp werd op het platform gevierd dat er zeven jaar zonder verzuimongeval was gewerkt ...
Fabel 1 wordt als risicofabel: Risicomanagement is afwezigheid van risico’s. Een niet-realistisch, of beter onmogelijk streven in elke organisatie. Bedenk maar eens een organisatie- of afdelingsdoel, waaraan geen enkele onzekerheid kleeft om dat doel te bereiken. Dit sluit naadloos aan op Fabel 2: de mythe dat veiligheid afwezigheid van risico is. Maximale veiligheid betekent dan nul risico. Onmogelijk, alles zou tot stilstand komen. Nog een les hieruit: risico en veiligheid moeten niet als tegenstellingen worden gezien, maar in samenhang. Met andere woorden, veiligheid is niets anders dan de staat van risico’s op een acceptabel niveau. En een poosje geen optredende risico’s? Dat kan eveneens toeval zijn.
Zie risico en veiligheid niet als tegenstellingen, maar in samenhang tot elkaar
Fabel 83: Risico bepaal je met objectieve factoren
En dan een stokpaardje van mezelf, Fabel 83: Risico bepaal je met objectieve factoren. Sommigen – ook buiten het veiligheids- en risicowereldje – denken nog steeds dat risico altijd kan worden berekend en zo leidt tot een objectief getal. Objectieve cijfers tellen immers. Kwantificeren dus. Was de wereld maar zo eenvoudig. De realiteit is dat subjectiviteit, emoties en daarmee risicopercepties een grote rol spelen. Bijvoorbeeld in beoordelingen over wat al dan niet veilig is. Een veelgehoorde slogan als “We werken hier veilig of we werken hier niet” wordt hiermee plotseling een stuk minder eenduidig. Wat is veilig, voor wie? De manager, arboprofessional en medewerker kunnen hier heel verschillend over denken. Welke arbo-risico’s zijn acceptabel of niet, tegen welke prijs? Dit zijn vragen waar het om gaat, bij het realistisch omgaan met risico’s.
Veel veiligheidsmythes ook risicomanagementmythes
Tot slot nog wat voorbeelden van herkenbare fabels, bezien vanuit het veelal gangbare en instrumentele risicomanagement: Risico moet worden geëlimineerd, Risico is alleen kans en gevolg, Kwantitatieve risicobeoordelingen zijn superieur en, één van mijn favorieten, Risicobeoordeling leidt tot enorme rapporten.
Conclusie: veel mythen over veiligheid zijn evenzeer mythen over risicomanagement. Ze zijn best begrijpelijk, maar bieden geen houvast meer in de huidige VUCA-wereld: ons tijdperk met volop volatiliteit, uncertainty of onzekerheid, complexiteit en ambiguïteit. De fabels bieden op z’n best de illusie van zekerheid. Als het écht tegenzit blokkeren ze effectief omgaan met risico. Een vaardigheid die velen in organisaties dagelijks nodig hebben om vaak ambitieuze doelen te realiseren, ondanks onzekerheid. En met acceptabele veiligheid, voor alle betrokkenen.
Dr. Martin van Staveren | staat voor anders omgaan met risico’s. Vanuit risicobureau VSRM adviseert hij allerlei soorten organisaties over realistisch en vernieuwend risicomanagement. Van Staveren is ook kerndocent aan de executive masteropleiding Risicomanagement, Universiteit Twente.