Baas BV is een middelgrote speler in de kabel- en leidingbranche. Het bedrijf telt 650 werknemers en maakt daarnaast bij projecten gebruik van inleners, zzp’ers en onderaannemers. Specialisatie: de aanleg van alle ondergrondse netwerken die de BV Nederland draaiende houden. Dus buisleidingen voor gas en water en kabels voor elektriciteit en data.
Bodemwerk kent heel eigen risico’s en gevaren
Werken in de bodem, met zijn wirwar van nutsinfrastructuur, kent heel eigen risico’s en gevaren. Een gasleidingbreuk door onzorgvuldig graafwerk of elektrocutie door het per ongeluk doorzagen van een 50.000 Voltkabel? Het zijn geen dagelijks voorkomende incidenten in de bedrijfstak, maar ze gebeuren wel. Ook de bodem zelf herbergt zijn eigen risico’s op het gebied van arbeidsveiligheid en gezondheid. Aandachtspunten genoeg in de veiligheidsfilosofie van Baas, die steunt op de pijlers ‘veilig, meesterschap, menselijk, oprecht en lef’.
Grondwerk heeft veel last van stikstof en PFAS-crisis
Wie het nieuws het afgelopen jaar heeft gevolgd, weet dat de bouwwereld veel last heeft van de stikstof- en PFAS-crisis. Dat geldt vooral voor bedrijven die in de bodem werken en grond verplaatsen. Veel grote bouw- en infrastructuurprojecten liggen al lange tijd stil. Maar het gezondheidsrisico van fluorverbindingen in de bodem heeft ook impact op het arbobeleid van bedrijven in de kabel- en leidingsector.
Overigens gaat het daarbij om veel meer stoffen dan alleen PFAS-verbindingen, onderstreept KAM-adviseur Roland van Gils bij Baas BV. “Er gaat bij onze projecten geen spade de grond in voordat we nauwkeurig weten wat er in de bodem zit. We onderzoeken de historisch bekende activiteiten op de locatie en kijken of er van die plaats al eerdere bodemonderzoeken bekend zijn. Vaak kunnen we op basis van bekende gegevens aan het werk.”
> LEES OOK: In één klap 6000 PFAS op de zwarte lijst
“Maar als we onvoldoende informatie hebben, laten we zelf bodem- en grondwatermonsters nemen. Die monsters worden in een laboratorium onderzocht op een aantal veel voorkomende schadelijke stoffen. Afhankelijk van de plaats waar we graven, kan er van alles in de bodem zitten. PFAS, maar ook benzeen of andere koolwaterstoffen, zware metalen of zelfs asbest.”
> LEES OOK: Bodem beïnvloedt giftigheid metalen
Oplettendheid is uitgangspunt bij elk project van Baas
Collega Linda van der Helm vult aan dat het lastig is om te zien wat er precies in en onder de grond zit. Naast chemische verontreinigingen kunnen er bijvoorbeeld ook nog oude oorlogsexplosieven opduiken. Daarom is oplettendheid en voorzichtig werken bij elk project het uitgangspunt.
“Het fundament van veilig werken in de grond wordt gevormd door een aantal basismaatregelen. Zoals een melding bij het informatiepunt KLIC om vast te stellen wat er allemaal aan infra in de grond zit. Maar ook basismaatregelen voor arbeidshygiëne. Robuuste werkkleding en handschoenen zijn altijd verplicht. Ook zijn er duidelijke voorschriften voor omkleden en handen wassen vóór eten en drinken.”
“Wij werken risicogestuurd. Naarmate de vervuiling ernstiger is en de risico’s groter zijn, worden ook de maatregelen voor bescherming van de gezondheid grondiger. We hanteren hiervoor een indeling in ‘bodemklassen’. Hoe hoger de klasse, hoe zwaarder de persoonlijke beschermingsmiddelen. Dan zijn voor de werknemers bijvoorbeeld een chemisch resistente wegwerpoverall, laarzen en handschoenen verplicht. En vindt er na het werk ontsmetting plaats.”
> LEES OOK: Arborisico’s aanpakken, zo lukt het u wél
Goede arbeidshygiëne beperkt blootstelling schadelijke stoffen
Baas werkt voor het vaststellen van het risiconiveau van verontreinigde grond en de bijbehorende beschermingsmaatregelen volgens de CROW 400-brancherichtlijn. De juiste persoonlijke beschermingsmiddelen en goede procedures voor arbeidshygiëne kunnen blootstelling aan schadelijke stoffen vergaand beperken. Met een periodiek medisch onderzoek en analyse van de bloedwaarden verifieert de werkgever of er inderdaad geen stoffen in het bloed zitten die daar niet thuishoren.
> LEES OOK: In 10 stappen naar een PMO Gevaarlijke Stoffen
Van der Helm: “We doen er als bedrijf alles aan om blootstelling van onze medewerkers aan schadelijke stoffen te voorkomen. Bij risicovolle klussen houdt een ‘Deskundig Leidinggevende Projecten’ altijd ter plekke toezicht. Die kan metingen verrichten, spreekt medewerkers aan op onveilig gedrag en controleert of de gebruikte apparatuur aan de keuringseisen voldoet. Ook heeft hij de bevoegdheid om het werk direct stil te leggen bij het constateren van onevenredig grote risico’s. Dat laatste kunnen trouwens alle werknemers op een project doen als zij tijdens het graafwerk iets afwijkends constateren, zoals een vreemde geur of kleur. Veiligheid en gezondheid gaan boven alles.”
Dat begint volgens Van Gils bij de basis. Met een goed verankerd bewustzijn bij de werknemers dat arbeidshygiëne bij het werken in de grond altijd belangrijk is, ook als geen sprake is van specifieke verontreiniging. “In de bodem kunnen ook allerlei bacteriologische verontreinigingen zitten. Net als in straatvuil, waarmee onze mensen in aanraking kunnen komen. Ons uitgangspunt is daarom: schone grond bestaat niet!”
> LEES OOK: Veilig werken met gevaarlijke stoffen in het kort
Veiligheidsbewustzijn zit er goed in bij werknemers Baas
Dat veiligheidsbewustzijn zit er volgens Van Gils en Van der Helm goed in bij de werknemers. En niet alleen waar het schadelijke stoffen in de bodem betreft. Ook het werken met elektriciteitsinfrastructuur en gasleidingen vraagt uiterste alertheid en risicobesef. Baas investeert daar continu in, door het organiseren van toolboxen (maandelijkse veiligheidsbriefings op de werkvloer) en zes tot acht keer per jaar een monteursbijeenkomst. Tijdens die bijeenkomsten kunnen de monteurs feedback geven aan de werkgever: wat gaat er goed en wat gaat er beter?
“Ook praten we mensen bij over nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied en over ons veiligheidsbeleid. Verder bespreken we al dan niet actuele incidenten in de branche. Daar kunnen we van leren. Iedereen die met kabels en leidingen werkt, beseft dat een fout of niet werken volgens de veiligheidsrichtlijnen grote gevolgen kan hebben.”
> LEES OOK: Ongevallen voorkomen: blijven leren en kennis verzamelen
Baas steekt veel energie in het bevorderen van de intrinsieke motivatie bij zijn medewerkers om veilig te werken. Daarbij zetten ze de LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse) als laagdrempelig hulpmiddel in. Verder is in de branche via schriftelijke aanwijzingen streng gereguleerd wie welke werkzaamheden mag uitvoeren. Dat is gebaseerd op ervaring, opleiding, certificering en leeftijd.
> LEES OOK: Veilig en vitaal, zo krijgt u mensen in beweging
Standaard veiligheidstrainingen niet genoeg bij grondwerk
Standaard veiligheidstrainingen volstaan niet in de kabel- en leidingbranche volgens Van Gils. De VCA is niet meer dan een instapniveau. Daar bovenop komt een hele serie verplichte aanvullende opleidingen en trainingen voor de afzonderlijke taakvelden. Welke kennis en ervaring is nodig? Dat is vastgelegd in de veiligheidsrichtlijnen BEI (elektriciteitsnetten), VIAG (aardgas) en VEWA (warmtenetten). Daarnaast is er nog de Hygiënecode Drinkwater, gericht op de bescherming van de kwaliteit van drinkwater als vitale voorziening. In totaal kent de branche twaalf ‘aanwijsniveaus’.
> LEES OOK: En ja, daar is de nieuwe VCA
Van Gils: “Op grond van de BEI-, VIAG- en VEWA-regelingen worden mensen aangewezen die bevoegd zijn om de betreffende werkzaamheden uit te voeren. Een team van onafhankelijke werkverantwoordelijken binnen ons bedrijf ziet er bij alle projecten op toe dat de mensen die aan het werk gaan over de juiste competenties en bevoegdheden voor de klus beschikken.
De voornaamste taak van de werkverantwoordelijken is toezien op een veilige uitvoer van het werk. Zij nemen samen met de opdrachtgever door wat er moet gebeuren en selecteren nauwkeurig de kabels of leidingen waaraan moet worden gewerkt. Want twee paar ogen zien meer dan één. Moeten er bestaande elektriciteitsleidingen worden doorgeknipt, dan bouwen we nog een extra veiligheidsstap in. Die handeling voeren we dan uit met een op afstand bedienbaar knipsysteem. Is er dan toch iets misgegaan in de kabelselectie of het afschakelen van de stroom, dan is er tenminste alleen materiële schade en vallen er geen slachtoffers.”
Veilig en gezond werken verankeren is kernwaarde van Baas
Baas spant zich maximaal in om veilig en gezond werken aan ondergrondse infrastructuur tot in de haarvaten van het bedrijf te verankeren. Het is een van de kernwaarden van de onderneming. Naast investeren in ‘meesterschap’, een sociaal veilige werkcultuur, eerlijkheid en ‘lef voor verandering’.
> LEES OOK: Het wat & hoe van veilig en gezond werken
Van Gils ervaart dat veiligheidsbewustzijn niet zozeer een kwestie is van kennis, maar van vakinhoudelijk meesterschap. “Wij willen ons niet beperken tot ’iemand een kunstje leren’. Want daarmee bevorder je niet dat mensen integraal veilig werken. We zien meer effect in het versterken van het vakmanschap van de medewerkers, door mensen de ruimte te geven zich te ontwikkelen en hun ervaring aan te scherpen. Dan hoeven KAM-adviseurs of veiligheidskundigen ze niet te vertellen hoe ze veilig moeten werken, maar zit het als routine in hun systeem.”
> LEES OOK: Risicomanagers, maak plaats voor de risicoleiders
Goede veiligheidscultuur: open, melden en aanspreken
Een goede veiligheidscultuur steunt ook op openheid, incidenten melden en elkaar aanspreken op verbeterpunten. Baas heeft die cultuur tot staande praktijk gemaakt in alle lagen van het bedrijf. Van Gils: “We bevorderen dat medewerkers elkaar en anderen aanspreken op fouten en onveilige situaties. Daar belonen we mensen ook voor.
> LEES OOK: Weg met de blame-cultuur, ga leren van elkaar
Soms blijkt dat wij als uitvoerend bedrijf anders naar risico’s en veiligheid kijken dan de opdrachtgever. Beide partijen hebben verschillende belangen en doelen. Zo kan een gemeente of netbeheerder eisen stellen aan de termijn waarbinnen een klus geklaard moet worden. Bijvoorbeeld om een belangrijke ontsluitingsweg zo snel mogelijk weer beschikbaar te krijgen voor het verkeer. Of om de verstoring van gastoevoer of elektriciteit voor een bepaald gebied zo kort mogelijk te houden.
Tegenover die tijdsdruk staat ons belang van veilig en zorgvuldig werken. Dat kan een dilemma opleveren, want veiligheid en snelheid gaan zelden goed samen. Maar hoe groot de druk ook is, afwijken van onze normen voor veilig werken doen we principieel nooit.”