De methodieken van certificeren en registreren bieden elk zo’n kwaliteitsstempel. Maar de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde (NVVK) pleit ervoor niet te kijken naar de verschillen tussen beide methodieken. Want: “De systemen hebben elk hun eigen functie en vullen elkaar juist aan.”
Kerndeskundige die RI&E toetst, moet gecertificeerd zijn
Elk bedrijf is verplicht een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te maken en die te laten toetsen door een kerndeskundige. Wie zich als kerndeskundige bezighoudt met het toetsen of beoordelen van de RI&E en het adviseren van de werkgever over eventuele verbeteringen eraan, moet gecertificeerd zijn. Want dat is een wettelijke verplichting volgens artikel 14 van de Arbowet.
> TIP: DOWNLOAD DE whitepaper RI&E Compleet
De professional die deze taken uitvoert, moet voldoen aan de internationale deskundigheidsnorm ISO 17024. Kerndeskundigen zijn de bedrijfsarts, de arbeidshygiënist, de arbeids- en organisatiekundige en ook de veiligheidskundige. De ‘certificering’ van de bedrijfsarts is de BIG-registratie.
Professionals worden getoetst aan certificatieschema
De overheid heeft certificatie-instellingen, ook wel ‘certified bodies’, aangewezen die mogen beoordelen of een veiligheidskundige voldoet aan de ISO-norm. Met deze norm als uitgangspunt gebruiken de certificatie-instellingen zogenoemde ‘certificatieschema’s’ waaraan zij professionals toetsen. In die schema’s staan de eisen waaraan een gecertificeerde deskundige moet voldoen om competent te zijn voor zijn werk. Dat wil zeggen: dat de deskundige bekwaam is om de RI&E te kunnen beoordelen en erover te adviseren.
> LEES OOK: Wat u wilt leren over certificeren
Kerndeskundige moet beschikken over lange lijst competenties
Die eisen, dat zijn er heel wat: kerndeskundigen hebben veel bagage en vakmanschap nodig om tijdens een examen aan te kunnen tonen dat zij hun vak verstaan. Zo moeten zij bijvoorbeeld de literatuur kennen en kunnen interpreteren. Ook moeten zij op basis van hun kennis en ervaring een inschatting kunnen maken over de belangrijkste in het bedrijf te verwachten risico’s. En dat zijn slechts enkele competenties uit een hele lange lijst.
De bekwaamheid van de kerndeskundige vergt bovendien onderhoud. Met één keer certificeren ben je niet klaar. Wil je gecertificeerd blijven, dan moet je voortdurend werken aan je ontwikkeling. Bovendien moet je dat kunnen aantonen. Slaagt de kerndeskundige daar niet in, dan raakt hij zijn certificaat kwijt.
> LEES OOK: Zo werkt u aan persoonlijke vaardigheden
NVVK heeft daarnaast eigen kwaliteitssysteem: het register
Tot zover de wettelijke verplichting van certificering bij het beoordelen van en adviseren over de RI&E. Maar de beroepsvereniging NVVK heeft daarnaast een eigen kwaliteitssysteem: het register. “Dit systeem hebben wij in het leven geroepen zodat onze leden kunnen laten zien dat zij constant bezig zijn met hun professionele ontwikkeling”, verklaart NVVK-voorzitter Kees Roelofs.
“Het gaat hier om het hele vakgebied van de veiligheidskundige. Niet alleen om kennis, maar ook om sociale vaardigheden. Registreren gaat dus veel verder dan certificeren. Certificatie heb je nodig om de wettelijke taken uit te mogen voeren die bij je werk horen. Met registratie toon je aan dat je constant bezig bent met verbeteren.” Het register brengt structuur aan in het vakmanschap van de veiligheidskundige. Inschrijving in het register is een mooie aanvulling op certificering, vindt Roelofs. “Het helpt mensen om steeds bij te blijven in hun vakgebied.”
> LEES OOK: Hercertificering, laat maar zitten?
Voorwaarden voor toetreding tot het NVVK-register
Tot 2016 was de situatie rondom het registreren eenvoudig. Als je lid was van de NVVK, een veiligheidskundig diploma had, je je 400 uur met veiligheid bezighield en de beroepscode ondertekende, kon je toetreden tot het register. Inmiddels zijn er zwaardere eisen verbonden aan toetreding. Die criteria hebben ook te maken met het vakmanschap van veiligheidskundigen. Dit zijn de voorwaarden:
- lidmaatschap van de NVVK;
- een diploma op havo-, mbo4-, hbo- of universitair niveau;
- een diploma van een vakopleiding in veiligheid (middelbaar, hoger en universitair);
- een assessment, afgesloten met een positief resultaat en
- ondertekening van de beroepscode.
Assessment test capaciteiten en toetst competenties
Het assessment, door een onafhankelijk bureau, bestaat uit een capaciteitentest en een toets op competenties (bekwaamheden). Dit assessment stelt vast hoe het staat met de professionele ontwikkeling van een veiligheidskundige. Kennis wordt daarin niet specifiek getoetst. Maar kennis kan wel een rol spelen bij de beantwoording van dilemmavragen die de kandidaat moet beantwoorden.
> TIP: Hier kunt u zich aanmelden voor een assessment
Het assessment beoordeelt negen criteria die in het werkveld van belang zijn. Dat zijn, naast capaciteit (IQ) en de competentie rolzuiver optreden, nog vier zogeheten ‘primaire competenties’ en drie ‘secundaire competenties’.
Beoordeling van drie primaire en vier secundaire competenties
De vier primaire competenties zijn sterk gericht op het vak. Dit zijn:
- overtuigend adviseren;
- reflecterend vermogen;
- kritisch analyseren en
- omgevingsbewust afwegen.
De drie secundaire competenties zijn van meer algemene aard. Hierbij horen:
- onafhankelijk optreden;
- sensitief handelen en
- toegewijd zijn.
> TIP: DOWNLOAD de whitepaper Succesvol adviseren
Certificeren en registreren tonen beide vakbekwaamheid aan
Certificeren en registreren zijn allebei methodes om vakbekwaamheid aan te tonen; het eerste georganiseerd door de overheid, het tweede door de beroepsvereniging. Petra Scheffers, tot november 2019 ambtelijk secretaris van de NVVK, was nauw betrokken bij de ontwikkeling en realisatie van het register. Zij zegt: “Mijn interpretatie is dat certificeren meer op kennis gericht is. Terwijl registratie het zwaartepunt legt op de skills die mensen nodig hebben. Kennis is belangrijk, maar je moet ook weten hoe je die kennis moet toepassen. Daarin zit ook het aanvullende van beide systemen.”
> LEES OOK: Adviseren in de praktijk is meer dan kennis delen
Registratie is geen verplichting, maar zeker niet vrijblijvend
Certificatie is verplicht voor veiligheidskundigen die de wettelijke taken rondom de RI&E uitvoeren. Registratie is geen verplichting, maar zeker niet vrijblijvend.
Scheffers: “De veiligheidskundige die in zijn werk alleen bezig is met het opstellen en beoordelen van risico-inventarisaties en -evaluaties, heeft aan certificeren genoeg. Maar gaat iemand aan de slag als veiligheidskundig adviseur, doet hij verschillende type werkzaamheden en vaart hij sterk op zijn adviesvaardigheden, dan is registratie heel waardevol.
> LEES OOK: Arbo-adviseur, zo werkt u aan vertrouwen (praktijkcasus)
Daarmee toont iemand aan dat hij zijn persoonlijke ontwikkeling als vakman of -vrouw belangrijk vindt. Ik zou veiligheidskundigen willen aanraden na te gaan waar het zwaartepunt van hun werk ligt. Op basis daarvan kunnen ze een slimme keuze maken.”
Certificeren en registreren helpen om bij te blijven
Beide kwaliteitssystemen vragen om onderhoud van de kennis en de vaardigheden, zegt Scheffers. “We leven in een snel veranderende wereld. Dat heeft impact op de manier waarop we ons beroep uitoefenen. Het vraagt iets van onze kennis, en vooral van onze vaardigheden. Kijk naar de coronacrisis. Daardoor moet iemand zijn werk inhoudelijk en in bijvoorbeeld gesprekken met klanten ineens anders inrichten. De eisen die het vak stelt, veranderen steeds.”
> LEES OOK: Andere arbeidsomstandigheden, waar is de RI&E?
Bijblijven is dus het devies, voor professionals in de veiligheidskunde. Certificeren en registreren vervullen daarbij een belangrijke rol. Niet als systemen die elkaar uitsluiten, maar juist als methoden die elkaar aanvullen. En elk bijdragen aan de kwaliteit van de vakprofessional.
Tekst | Lydia Lijkendijk