Of het nou gaat om mondmaskers, helmen, handschoenen of beschermende kleding: het inkopen van de juiste PBM blijft lastig, blijkt steeds weer. Dat geldt zelfs voor de overheid. En dan hebben overheid en grote bedrijven nog arbodeskundigheid in huis. Kleinere MKB-bedrijven hebben die luxe vaak niet.
Keuze juiste artikel afhankelijk van veel verschillende factoren
Het kiezen van een helm of schoen om je te beschermen tegen risico’s in het werk, lijkt simpel. “Bij veiligheidsschoenen is het ook niet al te moeilijk”, zegt Hoger Veiligheidskundige Jos Putman, PBM-specialist. “Maar bij bijvoorbeeld beschermende kleding, adembescherming en handschoenen is er enorm veel keuze in soorten producten. De keuze voor het juiste artikel is afhankelijk van een heleboel verschillende factoren. Er kunnen wel 20 tot 30 factoren een rol spelen op basis waarvan je de keuze voor het juiste persoonlijke beschermingsmiddel moet bepalen.”
Keuze PBM vanuit RI&E en arbeidshygiënische strategie
De keuze voor PBM dient in eerste instantie plaats te vinden vanuit de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en op basis van de arbeidshygiënische strategie. Daarbij is de toepassing van PBM de laatste stap in alle te nemen beheersmaatregelen om veilig en gezond te kunnen werken.
Wulf van den Eshof, veiligheidskundige: “Bij de keuze van PBM heb je te maken met ingewikkelde wet- en regelgeving. Producten moeten voor verschillende toepassingen voldoen aan de verschillende normen. Naast de productspecificaties dien je ook rekening te houden met omgevingsfactoren. Werkt iemand in een besloten ruimte, binnen in een grote hal of buiten? Ook moet je kijken naar de persoonlijke eigenschappen van de eindgebruiker. Wat is de leeftijd van de gebruiker, is iemand brildragend, zijn er gezondheidsklachten? Het heten niet voor niets persoonlijke beschermingsmiddelen.”
PBM moet doelmatig zijn, maar ook comfort bieden
Putman: “Een PBM moet doelmatig zijn. Als je iets kiest, wil je zeker weten dat een product aan de eisen voldoet en dat iemand goed beschermd is. Tegelijk moet een PBM voor de gebruiker voldoende draagcomfort bieden. Al die factoren bij elkaar maken de keuze gewoon erg lastig. Als je niet veel kennis hebt over PBM, heb je vaak een deskundige nodig om daarin te adviseren.”
Zicht op welke producten überhaupt in aanmerking komen
Belangrijk is om zicht te hebben op welke producten überhaupt in aanmerking komen voor de risico’s waar een werknemer aan blootgesteld is. En aan welke eisen die in dat geval moeten voldoen. Putman: “Alleen voor adembescherming zijn er al 70 normen. Het is een specialistisch gebied en het is ingewikkeld om daarin de juiste keuzes te maken. Groot probleem is dat de normen vaak niet gratis beschikbaar zijn. Tijdens de coronacrisis heeft de Europese Commissie de normen wel gratis beschikbaar gesteld, maar in andere gevallen moet je er fors voor betalen. Een norm kost gemiddeld € 50 tot € 60. Je kunt normen in de bibliotheek van het Normalisatie-instituut NEN inzien, maar dat is natuurlijk omslachtig. Grote multinationals hebben vaak een abonnement op de normen. Kleinere bedrijven gaan dat niet doen.”
Preventiemedewerker en arbocoördinator zijn aanspreekpunt
Het komt er dus veelal op aan om de juiste deskundigheid te mobiliseren, lijkt het. Volgens Putman zijn de preventiemedewerker en arbocoördinator het eerste aanspreekpunt voor de werknemer. Zij kunnen vervolgens als intermediair fungeren tussen werknemer en arbodeskundige, stelt hij.
Putman: “De preventiemedewerker of arbocoördinator moet bij langdurig gebruik van PBM de juiste arbodeskundigheid weten in te schakelen. Het kan zijn dat een arbeidshygiënist mee moet kijken, maar soms ook de bedrijfsarts. Als iemand langdurig adembescherming moet dragen, wil je weten of iemand dat met zijn leeftijd en gezondheid aankan.” Van den Eshof: “Ook een betrouwbare leverancier heeft specialisme in huis. Je wilt een leverancier die als deskundige kan meedenken, die weet welke producten er zijn en welke normen gelden.”
Goedkoop vaak duurkoop door toename van ziekteverzuim
Het gaat mis als inkopers van een bedrijf het voortouw nemen. Dat gebeurt volgens Putman nog steeds bij grote en kleine bedrijven. “De inkoper heeft vaak de opdracht om zo goedkoop mogelijk in te kopen. Die kiest de goedkoopste producten die aan de eisen voldoen. Maar dat is veelal niet het meest comfortabele product. Soms blijkt goedkoop na een half jaar duurkoop, omdat de kwaliteit toch minder is.” Zo kocht een magazijnbeheerder ‘voordelige’ schoenen voor zijn werknemers, maar werknemers vonden de schoenen erg stug. Ze kregen na de nodige kilometers lopen klachten en voetproblemen. Met als gevolg een toename van het ziekteverzuim, vertelt Putman.
PBM aanschaffen? Europees aanbesteden grootste fout
Ook Defensie ging volgens hem de boot in met een Europese aanbesteding voor schoenen. Putman: “De goedkope schoenen voldeden in de praktijk niet, constateerde de bedrijfsarts achteraf. Werknemers kregen van Defensie een voucher om zelf nieuwe schoenen te halen bij een schoenenwinkel.” Europees aanbesteden is vaak de grootste fout bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen, als alleen maar op prijs wordt ingekocht, stelt Putman. “Daarmee loop je het risico op goedkope handel uit China of net iets mindere kwaliteit die 2 keer zo hard slijt.”
Gecertificeerde arbodeskundigen hebben genoeg goede kennis
Een werkgever heeft een zorgplicht om werknemers zo goed mogelijk te beschermen. Als een werkgever aantoonbaar kan maken dat er deskundigen zijn geraadpleegd, moet hij daarop kunnen vertrouwen, meent Van den Eshof. “Een werkgever mag ervan uitgaan dat gecertificeerde arbodeskundigen over voldoende en de juiste kennis beschikken. Er zijn ook PBM-leveranciers die zich onderscheiden met het groene SafetySign certificaat. Als werkgever heb je dan zo goed mogelijk je best gedaan om werknemers de juiste producten te geven.”