De makkelijkst herkenbare gevaarlijke stoffen zijn verpakt en hebben een etiket met een gevarensymbool. Een wit wiebertje met een rode rand waarin een zwart symbool getekend is. Bijvoorbeeld een doodshoofd (giftig), een uitroepteken (gevaarlijk voor de gezondheid) of een exploderend mannetje (ernstig gevaar voor de gezondheid).
Stoffen met eigenaar hebben een etiket
Deze producten en de componenten die erin zitten, zijn ergens gemaakt. Een leverancier roerde in potten en pannen en produceerde een stof. Als die leverancier binnen Europa zijn product op de markt brengt, wordt hij door REACH gezien als eigenaar. De eigenaar moet de door hem geproduceerde stoffen registreren. Ook moet hij melden welke gevaren aan de stof kleven en als onderdeel daarvan voorzien van een etiket dat voldoet aan de CLP-verordening.
Als een werkgever zo’n stof met eigenaar aanschaft, is er meestal al aardig wat bekend over de aard van de blootstelling waar zijn medewerkers mee te maken krijgen. Vervolgens kan de werkgever aan de bak om schadelijke blootstelling zoveel mogelijk te voorkomen. In eerste instantie door te zoeken naar een minder schadelijke stof. Of als dat niet kan, door de blootstelling zo laag mogelijk te houden.
Stoffen zonder eigenaar ontstaan bij werk
Tot zover stoffen mét eigenaar. Maar bij het werk kan ook blootstelling ontstaan aan gevaarlijke stoffen zónder eigenaar. Dat zijn stoffen die tijdens het werk ontstaan. Zoals kwartsstof door het boren in beton. Houtstof door het zagen van planken. Lasrook door het verbinden van metalen. En dieselmotoremissie door het gebruik van dieselaangedreven materieel.
Dit zijn stoffen die gaandeweg het proces ontstaan, een ongewenst bijproduct. Niemand heeft een fabriek gebouwd om die stoffen te produceren en dus is niemand eigenaar. Het zijn juist deze stoffen die relatief de meeste mensen ziek maken, en vaak ook ernstig ziek. Deze gevaarlijke stoffen zorgen voor het grootste verlies aan gezonde levensjaren, de meeste verkorting van het leven. Dit zijn de stoffen die het leven rotter en korter maken.
Blootstelling? Dan geldt arbowet- en regelgeving
Voor stoffen zonder eigenaar is geen etiketje mogelijk, geldt geen REACH en geen CLP. Maar omdat er sprake is van blootstelling met mogelijke gezondheidseffecten, geldt de arbowet- en regelgeving wel gewoon. Als er sprake is van blootstelling moeten aard, mate en duur in kaart worden gebracht. En moeten maatregelen worden genomen om de blootstelling te voorkomen of beperken.
De werkgever moet die dikke dieselheftruck vervangen door een elektrische, mechanisch verbinden in plaats van lassen en grondstoffen zonder kwarts toepassen. En als dat alles niet kan? Dan moet hij het systeem sluiten, de stoffen afzuigen of natmaken – en al het andere doen dat nodig is om werkenden te beschermen.
Dus wie spreek je aan? De werkgever. Samen met de opdrachtgever. Zij zijn weliswaar geen eigenaar van de stof, maar wel van het probleem. Dus als de eigenaar van die dikke diesel zich even wil melden…
Meer blogs van Tamara Onos: