In 2013 heeft de Hoge Raad in twee arresten over beroepsziekten bepaald dat het causaal verband tussen schade (letsel) en de arbeidsomstandigheden “helder, bepaalbaar en in relevante mate” aanwezig moet zijn. Dat is in de praktijk om twee redenen een hele hoge lat.
Beroepsziekten hebben soms een lange aanlooptijd
In de eerste plaats, omdat veel beroepsziekten naar hun aard een lange aanlooptijd kunnen hebben, soms wel van decennia. Ga dan maar eens aantonen wat er zo lang geleden is gebeurd en waarom dat de werkgever te verwijten is.
Oorzaken die liggen in de privésfeer
In de tweede plaats, omdat veel beroepsziekten ‘multicausaal’ zijn. Dat wil zeggen dat zij door een scala van oorzaken veroorzaakt kunnen zijn. En die oorzaken kunnen mogelijk ook in de privésfeer liggen. (Denk bijvoorbeeld aan de gehoorschade van een jonge werknemer die in een fabriek werkt, ook wel eens naar feestjes gaat, muziek speelt, een vader op leeftijd met beginnende doofheid heeft, etc.)
Iedere mogelijke oorzaak van letselschade in de privésfeer ondermijnt de schadeclaim aan het adres van de werkgever. Want hoezo is die schade dan ‘helder en bepaalbaar’ gerelateerd aan de werkplek?
Zo gaan ontelbaar veel schadeclaims van werknemers de mist in en dat siert een rechtsstaat niet, lijkt mij. Dit geldt in het bijzonder voor psychische schades, want die zijn naar hun aard niet zo gemakkelijk vast te stellen als een gebroken been.
Komt het psychische letsel wel door het werk?
Maar het kan nog bonter. Moet je je voorstellen dat je als duiker of brandweerman (ambtenaar) iedere (werk-)dag van de week te maken hebt met ernstig letsel, met slachtoffers die zwaar verminkt zijn, met slachtoffers die zonder succes gereanimeerd worden (en dit is de meerderheid). Dat hakt er behoorlijk in. Onvermijdelijk zelfs, zou ik denken. Dat kan ieder weldenkend mens toch wel begrijpen?
Tot voor kort was het uitgangspunt in de jurisprudentie echter: da’s pech, wees maar wat flinker. Want ambtenaren krijgen daarvoor alleen een vergoeding als die psychische schade ‘buitensporig’ is voor de functie in kwestie.
Iedere dag te maken hebben met mensen die weggetrokken worden uit de dood en toch onder jouw handen sterven, is in die zin ‘normaal’; want typisch voor de functie, dus niet buitensporig. Neem dan ook nog de ellende in de privésfeer erbij (scheiding, ziekte, burenruzie, ontslag etc.) en het wordt evident: zo’n zaak is heel lastig. Want komt het psychische letsel überhaupt wel door het werk?
Ander uitgangspunt met slachtoffervriendelijke benadering
In een arrest van 12 juli 2023 (ECLI:NL:CRVB:2023:1150) heeft de Centrale Raad van Beroep besloten dat het psychisch leed van dergelijke ambtenaren ‘geobjectiveerd’ mag worden. Anders gezegd: de aanname dat de ambtenaar alleen nog van uitzonderlijk heftige traumatische incidenten psychisch ziek kan worden, wordt niet meer als uitgangspunt genomen. Op zich is dat een slachtoffervriendelijke benadering.
Maar wat nog wel blijft, is de redenering van ‘helder, bepaalbaar en in relevante mate’. Dat gaat de meeste ambtenaren met zogeheten ‘first responder’ functies juridisch nog steeds de das om doen. Want iedereen heeft wel een blauw plekje op zijn ziel.
En een advocaat weet dat feilloos te vinden, om vervolgens als argument aan te voeren dat de psychische schade ‘wellicht’ bestaat, maar mogelijk niet door het werk is veroorzaakt. Toon dan maar keihard aan dat scheidingen, ziekte, burenruzies en ontslag niet tot psychische schade hebben geleid of daaraan hebben bijgedragen, maar het werk wel.
Hoe sterk is jouw ziel?