De Europese Unie heeft de richtlijn over chemische stoffen aangepast. Eerder zijn er al strengere regels geïmplementeerd voor stoffen die kankerverwekkend zijn (carcinogene stoffen) of schade aan het DNA kunnen veroorzaken (mutagene stoffen). Nu gelden deze regels ook voor reprotoxische stoffen. Daarnaast zijn er EU-grenswaarden vastgesteld voor benzeen, nikkelverbindingen en acrylonitril. De Nederlandse wet is hier ook op aangepast. Werkgevers zullen extra maatregelen moeten nemen om hun medewerkers te beschermen tegen de risico's van deze chemische stoffen.
Als werknemers tijdens het werk in aanraking komen met zogenaamde reprotoxische stoffen, kan dat schadelijk zijn voor de voortplanting, het ongeboren kind en borstvoeding. Voorbeelden van dergelijke stoffen zijn lood en lithium, maar ook bepaalde geneesmiddelen, hormonen en lijmen. Deze gevaarlijke stoffen staan ook op de CMR-stoffenlijst. Voor sommige beroepen, zoals laboratoriummedewerkers, schilders, hoveniers en schoonmakers, is het werken met reprotoxische stoffen onvermijdelijk.
Aanpassingen Arbobesluit en Arboregeling
Nederland is verplicht om EU-richtlijnen uit te werken in nationale regelgeving. Daarom zijn door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aanpassingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling opgesteld.
Op twee punten zijn de aanpassingen strenger dan de Europese richtlijn:
- Bedrijven moeten de registratie van blootstelling aan reprotoxische stoffen voor een periode van 40 jaar bewaren. Dit geldt al voor kankerverwekkende stoffen. Het is langer dan de 5 jaar die de EU-richtlijn aangeeft. Dit langere tijdsbestek maakt het gemakkelijker om de gevolgen van blootstelling vast te stellen.
- Voor reprotoxische stoffen waarvan het niet duidelijk is of er een veilige waarde bestaat, heeft Nederland strengere regels dan de EU. Nederlandse werkgevers moeten in dat geval de blootstelling altijd zo laag houden als technisch mogelijk is.
Reprotoxische stoffen met een gevaarsklasse van categorie 1 (1a of 1b) moeten vanaf nu voldoen aan de nieuwe wetgeving. Voor stoffen die vallen in gevaarcategorie 2, verandert er niets. Daarbij blijft de beperkte blootstellingsregistratie van kracht.