Langer werken met deeltijdpensioen

De arbeidsparticipatie van ouderen stijgt. Maar hoe houden zij dat vol tot op hoge leeftijd? Geleidelijke uitreding kan helpen bij langer werken.

Langer werken met deeltijdpensioen

Steeds meer 60-plussers werken in deeltijd. Dat stelt het Centraal Planbureau (CPB) in een onderzoek naar geleidelijke uittreding van ouderen. Dat werken in deeltijd is vooral onder oudere mannen sterk gestegen. Van de vooroorlogs generaties 60‐plussers werkte 1 op de 14 mannen in deeltijd. Van de huidige generaties is dit 1 op de 6.

Opleidingsniveau

De stijging van deeltijdwerk onder oudere mannen geldt voor alle opleidingsniveaus. Maar het aantal mensen dat in deeltijd werkt blijft onder hoogopgeleiden hoger dan onder laag‐ en middelbaar opgeleiden. Bij hoogopgeleiden is dat 1 op 5. En bij laag- en middelbaar opgeleiden 1 op 7. Ook de stijging per opleidingsniveau houdt ongeveer gelijke tred met de stijgende arbeidsparticipatie.

Vooral werkenden met een lage opleiding zijn niet altijd goed op de hoogte van de mogelijkheden. Bijvoorbeeld van de mogelijkheden voor deeltijdpensioen en de financiële gevolgen ervan. Maar de houding van werkgevers en sociale normen remmen het gebruik van deeltijdpensioen waarschijnlijk ook af. Zij gaan vaak nog uit van uittreding in één keer.

Gezondheid, een reden voor stoppen?

Maar toch stoppen mensen op enig moment met werken. Eén van de redenen op de stoppen kan een slechter wordende gezondheid zijn. Gezondheid is een belangrijke – misschien zelfs de belangrijkste – determinant van arbeidsparticipatie. Naarmate mensen ouder worden gaat hun gezondheid vaak achteruit, waardoor werken moeilijker en onaangenamer kan worden. Zowel de fysieke capaciteiten van werkenden als een deel van hun cognitieve capaciteiten gaan gemiddeld genomen achteruit naarmate de leeftijd vordert.

Klachten

Wat gebeurt er dan precies? Tussen het 20ste en 60ste levensjaar daalt de spiersterkte met gemiddeld 1% per jaar. Tussen het 60ste en het 80ste levensjaar met 1,5% per jaar en na het 80ste levensjaar zelfs met 3% per jaar. Het uithoudingsvermogen daalt na het 30ste levensjaar met gemiddeld 1% per jaar.

Daarbij dalen de bepaalde cognitieve capaciteiten – zoals snelheid van begrip, argumentatie en leervermogen – met het vorderen van de leeftijd. Deze achteruitgang verloopt in de regel geleidelijk.

Daarnaast kan echter ook sprake zijn van een schokgebeurtenis. Daardoor kan men van de ene op de andere dag minder gemakkelijk werken. Het risico op ernstige gezondheidsklachten neemt toe met leeftijd. Empirisch onderzoek voor Canada, het VK en de VS laat zien dat gezondheidsschokken van grote invloed zijn op de arbeidsparticipatie.

Bron: Rapport Geleidelijke uittreding en de rol van deeltijdpensioen