In dit artikel geven we een overzicht van de soorten mondmaskers die er zijn en aan welke normen deze voldoen. En bovendien: wat is nu de stand van zaken rond het gebruik van mondneusmaskers die moeten beschermen tegen SARS-CoV-2 en tegen mogelijke andere virussen in de toekomst?
Mondmaskers weer verplicht
Vanaf 6 november 2021 is het weer verplicht om mondmaskers te dragen in bepaalde situaties. Dat geldt voor alle voor publiek toegankelijke gebouwen en overdekte gebieden en op plaatsen waar geen coronatoegangsbewijs wordt gebruikt, zoals in supermarkten, winkels, bibliotheken, spellocaties en pretparken. Maar ook op vliegvelden en in het openbaar vervoer. We zetten hieronder een aantal zaken rond het gebruik van mondneusmaskers op een rij.
Wat is het Coronavirus?
COVID-19 is de ziekte die wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2. De ziekte kan luchtwegklachten en koorts veroorzaken en in ernstige gevallen ademhalingsproblemen. Het virus wordt verspreid door druppeltjes (aerosolen). Bijvoorbeeld door hoesten, niezen of zingen of praten. Dan komen de druppeltjes vrij en komt het virus in de lucht. Als andere mensen die druppeltjes inademen, of bijvoorbeeld via de handen in mond, neus of ogen, krijgen, kunnen zij besmet raken met het virus.
Tekort aan PBM en de gevolgen daarvan
In maart 2020, aan het begin van de coronapandemie, ontstond er een tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Denk aan beschermende kleding, handschoenen en vooral beschermende maskers zoals de type FFP2 maskers en chirurgische maskers type II en IIR (zie hierna). Deze tekorten deden zich vooral voor in de gezondheidszorg. Daardoor versoepelde de EU de EU-regels voor deze producten en vereenvoudigde de keuringen en certificatieprocessen. Dit veroorzaakte een vloedgolf aan frauduleuze en inferieure producten.
Door het dreigende tekort aan maskers en andere beschermingsmiddelen, experimenteerden ziekenhuizen bovendien met andere methoden en middelen. Zoals het desinfecteren van beschermende kleding en maskers voor hergebruik. Ook het gebruik van het chirurgische maskers type IIR in plaats van het beter beschermende FFP2 masker was hierdoor punt van discussie.
Genoeg voorraad: EU-regels weer van kracht
Er zijn inmiddels weer voldoende voorraden van beschermingsmiddelen – met name mondkapjes – beschikbaar voor de gezondheidszorg. Vanaf 1 oktober 2021 moeten alle PBM die bescherming geven tegen COVID-19 dan ook weer volledig voldoen aan de EU-regelgeving. Voor de beschermende maskers zoals de FFP2 is dat de EU-verordening 2016/425 voor PBM en de norm EN 149:2001+A1:2009. Voor de chirurgische (medische) maskers de EU-verordening 2017/745 voor Medische hulpmiddelen en de norm EN 14683:2019. [1]
Oude voorraden mondmaskers voldoen niet meer aan de eisen
Maar er liggen in diverse magazijnen nog vele mondmaskers. Zo is het ministerie van Volksgezondheid (VWS) nog eigenaar van in totaal ruim 848 miljoen mondmaskers. Voldoen deze aan de huidige EU-eisen? Want hieronder zouden zich ook nog de Chinese maskers bevinden van het type KN95 en maskers die zijn toegelaten tot de EU op basis van de in maart 2020 overeengekomen versimpelde certificatie eisen. [2] Inmiddels heeft het ministerie van VWS 32,8 miljoen van deze mondkapjes moeten afkeuren.
Ook bij andere (handels-) organisaties en fabrikanten, kunnen eventueel nog oude voorraden mondneusmaskers aanwezig zijn. Het is van belang vast te stellen of deze producten voldoen aan de EU-bepalingen. Want vanaf oktober mogen deze producten immers niet meer in de handel gebracht worden!
Gebruik mondmaskers in het buitenland
Hoe is de situatie in het buitenland? In Duitsland is vanaf 25 januari van dit jaar voor publieke ruimten, winkels, openbaar vervoer, stations en vliegvelden, het beschermende FFP2 masker verplicht gesteld. Evenals in Oostenrijk. In een aantal deelstaten in Duitsland verstrekt de overheid deze FFP2 maskers ook gratis. In Engeland wordt het FFP3 masker geadviseerd en als dit niet beschikbaar is, het FFP2 masker als er een direct besmettingsgevaar is.
Richtlijn gezondheidszorg (LCI)
In Nederland volgen we binnen de gezondheidszorg de richtlijn van het Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM. Deze richtlijn beschrijft welk type masker onder welke omstandigheden geschikt is. Het gaat hierbij met name om de chirurgische maskers type II en IIR en het beschermende maskers bij 'hoge risico’s', het type FFP2.
Leidraad van Federatie Medisch Specialisten (FMS)
De ziekenhuizen volgen de leidraad van Federatie Medisch Specialisten (FMS). Deze leidraad adviseert alleen een beschermend FFP2 masker te dragen bij procedures en omstandigheden waarbij infectueuze aerosolen worden gegenereerd. Dit inclusief oogbescherming, zoals een veiligheidsbril, ruimzichtbril of gelaatsscherm. En bij minder risicovolle omstandigheden het chirurgisch masker type II of IIR.
Belangrijkste bezwaar van het FMS is dat het FFP2 masker ergonomisch gezien een grotere ademweerstand heeft. Daardoor heeft dit masker een grotere arbeidsbelasting dan het chirurgisch masker. De ademweerstand bij het chirurgisch masker is inderdaad geringer dan bij het FFP2 masker. Maar dat heeft weer te maken met de slechte aansluiting op het gezicht. Met name aan de zijkanten sluit het chirurgisch masker niet goed af. Daardoor geeft het ook minder bescherming dan het FFP2 masker.
Wegwerp- en herbruikbare beschermingsmiddelen
Vanuit de EU-wetgeving vallen beheersmaatregelen op het werk tegen schadelijke virussen (zoals het coronavirus SARS-CoV-2) onder de regelgeving voor biologische agentia. Het betreft hier EU Richtlijn 2000/54/EU. De Europese Commissie heeft hierbij aangegeven dat wegwerp- en herbruikbare gezichtsmaskers, wegwerp- en herbruikbare overalls, handschoenen en oogbescherming die bescherming bieden of preventief ingezet worden tegen biologische agentia zoals virussen, producten zijn die vallen onder de EU Verordening 2016/425 voor persoonlijke beschermingsmiddelen.
Vanuit het perspectief van arbeidsomstandigheden valt het coronavirus dus onder de regelgeving voor biologische agentia. Beschermingsmiddelen zoals maskers moeten voldoen aan de EU-verordening 2016/425. Als het gaat om disposable (wegwerp-) maskers komen dan alleen de FFP2 en FFP3 maskers in aanmerking voor gebruik als bescherming tegen COVID-19 (en overige adembeschermingsmiddelen die voldoen aan de EU 2016/425).
Kiezen van een masker in de praktijk
De keuze voor het toepassen van een mondneusmasker voor werknemers (en derden) tegen COVID-19 moet door de werkgever in eerste instantie worden onderbouwd in de RI&E.
Binnen de gezondheidszorg wordt de keuze van mondneusmaskers vooral bepaald vanuit de LCI-richtlijn COVID-19 en de leidraad FMS. Binnen de ziekenhuizen passen artsen en verpleegkundigen in de praktijk het beschermende FFP2 masker breed toe. Maar in zorginstellingen zijn de juiste beschermingsmiddelen niet altijd beschikbaar en is het de vraag in hoeverre de RI&E hierbij dan een rol heeft gespeeld. Want lang niet alle zorginstellingen hebben een RI&E opgesteld waarin de mondneusmaskers zijn opgenomen.
Medische en niet medische mondmaskers
Het is wat verwarrend, maar het ministerie van VWS maakt onderscheid tussen medische en niet-medische mondneusmaskers. Eigenlijk is dit geen goede indeling van soorten maskers. Maar VWS koos hiervoor uit nood aan het begin van de coronapandemie om zoveel mogelijk maskers voor de ziekenhuizen en gezondheidszorg beschikbaar te krijgen. Daarbij vergaten zij echter dat ook de industrie, bouw en andere bedrijfstakken gebruik maken van FFP3 en FFP2 maskers. Daarom is het beter om de maskers onder te verdelen op basis van EU-product regelgeving.
Onder de niet-medische mondneusmaskers verstaat het Ministerie van VWS de maskers die geschikt zijn om te gebruiken in openbare binnenruimten en het openbaar vervoer. Deze maskers worden ook wel ‘mondkapjes voor publiek gebruik’ genoemd en hebben geen officiële aanduidingen. Behalve de mededeling dat ze alleen bedoeld zijn voor civiel gebruik.
Dus niet voor persoonlijke bescherming of medische doeleinden. Ook staat er geen CE-markering of medische claim op de verpakking of een tekst die verwijst naar een norm. Wel zijn er eisen gesteld aan de kwaliteit. Die staan vermeld in de NEN-spec 1-2:2020-11-09 (Mondkapjes voor publiek gebruik, deel 2, Eisen voor fabrikanten en importeurs in het kader van COVID-19) voor niet-medische gezichtsmaskers. De productspecificatie geeft aan dat op basis van testen de minimale filterefficiency 90% is. Maar dit type maskers geeft nauwelijks bescherming tegen COVID-19.
CE-gemarkeerde medische mondneusmaskers
Dan zijn er nog de CE-gemarkeerde medische mondneusmaskers, type I, II of IIR (type II en IIR). Ook wel chirurgische maskers genoemd. Deze moeten voldoen aan de EU-verordening 2017/745 voor Medische hulpmiddelen en harmoniseerde norm: EN14683:2019+C1:2019. Deze maskers geven een beperkte bescherming tegen COVID-19 en worden uitsluitend geadviseerd bij handeling en omstandigheden waarbij géén aerosolvorming plaatsvindt. Ze worden veel in ziekenhuizen en zorginstellingen gebruikt, maar niet bij handelingen met covidpatienten of bij risicovolle handelingen met aerosoolvorming.
Beschermende maskers type FFP2 en FFP3
Tot slot zijn er de beschermende maskers type FFP2 en FFP3 die moeten voldoen aan de EU-verordening 2016/425 voor PBM en de norm EN 149:2001+A1:2009. Voor de bescherming tegen COVID-19 zijn uitsluitend de FFP2 en FFP3 geschikt. FFP1 geeft onvoldoende bescherming.
Wat moet er beter moet
De zogenaamde ‘mondkapjes voor publiek gebruik’ geven tegen COVID-19 nauwelijks tot geen bescherming. Met name als er geen 1,5 meter afstand is, zoals in drukke winkelcentra of in het openbaar vervoer. Het zou beter zijn als de overheid voor deze omstandigheden in navolging met Duitsland en Oostenrijk het FFP2 masker zou adviseren en invoeren. De mondkapjes voor publiek gebruik moeten verspreiding van het virus beperken. Maar ze geven ook een vorm van schijnveiligheid.
Het FFP2 masker zou ook breder ingezet moeten worden in de gezondheidszorg, dus niet alleen bij ‘hoge risico’ behandelingen. Met name ook binnen gezondheidsinstellingen waar niet altijd de juiste PBM beschikbaar zijn. Hiermee voorkomen we dat zorgmedewerkers onnodig besmet raken met COVID-19.
Hoe nu verder?
Op Europees niveau moeten er afspraken komen over toepassing en gebruik van beschermingsmiddelen. In het bijzonder over mondneusmaskers die beschermen tegen COVID-19 en in tegen mogelijke andere virussen in de toekomst. Nu is het beleid in Europa versnipperd. In bijvoorbeeld Duitsland en Oostenrijk is het dragen van FFP2 maskers in publieke ruimten verplicht, terwijl in Nederland het mondkapje voor publiek gebruik verplicht is (draagplicht). En dat, terwijl deze maskers nergens aan voldoen en ook geen bescherming bieden. Hoe paradoxaal is dit?
Tekst | Jos Putman, Hoger Veiligheidskundige (HVK), lid van de NVVK Vakgroep PBM
Noten
1. Bron: EU-Commissie
2. Bronnen: RfU:PPE-R/02.075 SARS-Cov-2
3. Wettelijk kader mondmaskers