Met de implementatie van de bouwprocesbepalingen in de jaren 90 van de vorige eeuw gebeurde er iets unieks. Een revolutie bijna op het gebied van de Arbowetgeving. Vanaf dat moment was de Arbowet namelijk niet langer een strikte aangelegenheid tussen werkgevers en werknemers, ook in het bouwproces.
Veilig en gezond werken in hele bouwproces
Want de Arbowet legde nu ook verplichtingen op aan de opdrachtgevers en uitvoerende partijen in het bouwproces. Vanaf nu zou er in het hele bouwproces aandacht zijn voor veilig en gezond werk. Van het ontwerp tot en met de uitvoering, oplevering, ingebruikname en sloop.
Dit alles hadden we te danken aan een belangrijke Europese richtlijn.1 In 1994 werd het Bouwprocesbesluit in Nederland van kracht. Per 1 juli 1997 is het Bouwprocesbesluit opgegaan in het Arbobesluit afdeling 5 Bouwproces. Maar wat was nu eigenlijk de aanleiding en het doel van deze ‘nieuwe’ regelgeving? Hoe verliep de implementatie ervan in Nederland?
Betere coördinatie vanaf uitwerking ontwerp
Op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen hebben werknemers en zelfstandigen te maken met grote en soms bijzondere risico’s. De Europese Richtlijn maakte duidelijk dat inadequate bouwkundige en/of organisatorische keuzen of een slechte planning van het werk bij de opzet van het project een rol speelden in meer dan de helft van de arbeidsongevallen op de bouwplaatsen in de EU.
De richtlijn wees op de noodzaak de coördinatie al te verbeteren vanaf de uitwerking van het ontwerp. Een ander aspect dat werd beklemtoond was dat een gebrek aan coördinatie bij de uitvoering van een bouwwerk een groot aantal arbeidsongevallen tot gevolg kan hebben. Met name als gevolg van de gelijktijdige of achtereenvolgende aanwezigheid van verschillende ondernemingen op dezelfde tijdelijke of mobiele bouwplaats.
Eerste doel: ernstige ongevallen voorkomen
Kortom: de regelgeving had als voornaamste doel het aantal arbeidsongevallen op de bouw te reduceren. Uitgangspunt daarbij was dat opdrachtgever, uitvoerende partij, afzonderlijke werkgevers en zelfstandigen in samenwerking met elkaar ongevallen in de bouw kunnen voorkomen.
Hoe dan? Door een goede coördinatie, doordachte bouwkundige, technische en organisatorische keuzes en een goede planning. En vooral door aandacht voor veiligheid en gezondheid vanaf het ontwerpproces tot en met de uitvoering.
Een andere rol bij bouwproces voor de opdrachtgever
De betrokken partijen waren echter nog niet goed voorbereid op de enorme verandering die van hen werd gevraagd. De essentie van de regelgeving: de opdrachtgever moest in de ontwerpfase “rekening houden met” de verplichtingen voor de arbeidsomstandigheden die gelden in de uitvoeringsfase. Een vrij abstract voorschrift.
Het ging daarbij om de verplichtingen die gelden voor werkgevers, werknemers en zelfstandigen op de bouwplaats. Hoe dit dan precies moest gebeuren en in welke mate, was niet precies voorgeschreven. Dat “rekening houden met” werd in 2006 vervangen door “zich ervan vergewissen dat.” Iets minder vrijblijvend dus, maar daarover later meer.
Veilig en gezond meenemen in ontwerpproces
Opdrachtgevers waren gewend om alle bouwgerelateerde zaken aan de hoofdaannemer over te laten. Zij hielden zich niet zozeer bezig met veiligheid en gezondheid in de uitvoering, en al helemaal niet tijdens de ontwerpfase. Hetzelfde gold voor de ontwerpende partijen. Veiligheid en gezondheid ‘meenemen’ in het ontwerpproces was toen een nog betrekkelijk nieuw fenomeen. Hoe moest je dit dan precies doen?
Het was duidelijk dat er veel meer van opdrachtgever en uitvoerende partijen werd verwacht. Maar dat riep nog veel vragen op. Want wat moet de opdrachtgever dan allemaal regelen? Waar moet je in de ontwerpfase op letten rondom veiligheid en gezondheid? Wat houdt “het zich vergewissen van” precies in?
Ook voor de praktische uitvoering was nog veel onduidelijk. Wat moet er in een veiligheids- & gezondheidsplan (V&G-plan) staan, bijvoorbeeld? Welke verantwoordelijkheden liggen bij de uitvoerende partij? Hoe passen alle andere werkgevers op de bouw in het plaatje? En wanneer moet je nu precies een bouwwerk aan de Arbeidsinspectie melden?
In het tweede deel van dit artikel gaan we verder op deze vragen in.
Noot:
1 Richtlijn nr. 92/57/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen.
Meer informatie:De nieuwe Basisinspectiemodule Bouwproces van de Nederlandse Arbeidsinspectie