Sinds 2022 gelden nieuwe regels voor het toetsen van de RI&E. Wat betekenen die regels in de praktijk? Hoger veiligheidskundige Siep Slager vertelt aan de hand van verschillende thema’s over zijn ervaringen. Dit artikel is onderdeel van een serie over het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).
Lees ook de andere artikelen in deze serie:
Praktijkcasus: timmerfabriek
Bij het als second opinion toetsen van de RI&E-rapportage van deze timmerfabriek vond ik in de RI&E en het plan van aanpak deze tekst voor het aspect arbeidsmiddelen. “Op de houtbewerkingsmachines is CE-markering aangebracht. Onderhoud vindt plaats door de eigen deskundige technische dienst. Een externe organisatie voert de jaarlijkse keuring uit.”
De vraag aan mij als second opinion-toetser was: is de RI&E zo volledig? Kortom: blijkt uit de RI&E en uit het toetsverslag dat de werkgever de wettelijke verplichtingen naleeft op het gebied van arbeidsmiddelen?
Leeft werkgever artikel 7.3 Arbobesluit na?
De status van diverse aspecten van arbeidsmiddelen wordt niet genoemd. Daarbij gaat het om zaken als:
- veilige afscherming van de bewegende delen
- instructie, voorlichting en onderricht
- machine-informatiekaarten
- besturingssysteem, in werking stellen en stopzetten
In het plan van aanpak staat wel:
- toezicht houden op veilig werken opnemen in de veiligheidsobservatierondes
- LOTOTO-procedures (lock-out – tag-out – try-out) toepassen voor het veiligstellen van de machines tijdens onderhoud
- verplichte controle of alle van toepassing zijnde normen daadwerkelijk zijn toegepast bij de bouw van machines
In het toetsrapport ontbreekt het advies dat de werkgever de RI&E Arbeidsmiddelen moet uitvoeren volgens artikel 7.3, Arbobesluit. Dit om aan de wetgeving te voldoen én als voorwaarde voor veilig en gezond werken met de houtbewerkingsmachines.
Toetsen van de RI&E op volledigheid
De toetsende gecertificeerde arbodeskundige moet de RI&E toetsen op grond van zijn taakbeschrijving. Deze is opgenomen in artikel 2.16 Arboregeling en verwijst naar de taakbeschrijving vermeld in Staatscourant nr. 2022-7977.
De taakbeschrijving van de toetser vermeldt: Aangeven of aanvullend of verdiepend onderzoek, de verplichte nadere verdiepende RI&E Arbeidsmiddelen volgens artikel 7.3, Arbobesluit, nodig is. En of de hoofd- en deelrisico’s voor het aspect arbeidsmiddelen zijn vermeld in de RI&E. Dat zijn: geschiktheid, beschikbaarheid, bevoegd gebruik, keuringen en onderhoud.
Ik zag dat in de RI&E, het plan van aanpak en het toetsverslag van de timmerfabriek niet is vermeld dat de nadere verdiepende RI&E Arbeidsmiddelen (Arbobesluit artikel 7.3) nog moet worden uitgevoerd. Ook zijn de hoofd- en deelrisico’s voor het aspect arbeidsmiddelen niet volledig opgenomen in de RI&E en het toetsverslag. Dit betekent dat de werkgever de Arbowet niet naleeft.
RI&E Arbeidsmiddelen
In de RI&E moet duidelijk staan dat de RI&E Arbeidsmiddelen nog moet worden uitgevoerd. En ook dat de werkgever de Arbowetgeving op dit aspect niet naleeft. En dat hij niet beschikt over de getoetste RI&E zoals de Arbowet verplichtstelt in artikel 5. De vraag doet zich voor of de werkgever verplicht is te controleren of alle van toepassing zijnde normen zijn toegepast bij de machines.
Opstellers en toetsers van de RI&E moeten over relevante kennis van de wetgeving over arbeidsmiddelen beschikken. Ook moeten zij weten welke wetgeving wel of niet van toepassing is op de werkgever.
Wetgeving: verplichtingen Arbobesluit
Welke wetgeving is hier nu van belang? Dat is allereerst de Europese Richtlijn Arbeidsmiddelen. Die is opgenomen in het Arbobesluit.
In het lid 1 van artikel 7.2 Arbobesluit staat dat de werkgever een arbeidsmiddel aan zijn werknemer ter beschikking stelt dat voldoet aan het op dat arbeidsmiddel van toepassing zijnde Warenwetbesluit.
Ook mag de werkgever ervan uitgaan dat het arbeidsmiddel voldoet aan de eisen van de toepasselijke Warenwetgeving als dat arbeidsmiddel is voorzien van de CE-markering, vergezeld van de EG-verklaring van overeenstemming (EU-conformiteitsverklaring) en de gebruiksaanwijzing. Dat staat in het lid 2 van artikel 7.2 Arbobesluit.
Is het gebruik van dat arbeidsmiddel bovendien volgens de gebruiksvoorschriften? Dan voldoe je aan het Arbobesluit.
Ook veilig in concrete arbeidssituatie?
De werkgever is verplicht om te checken of het arbeidsmiddel inderdaad voldoet aan de toepasselijke Warenwetgeving. Hij moet dus checken of de machine inderdaad is voorzien van een CE-markering. En of de conformiteitsverklaring (EG- of EU-verklaring van overeenstemming) en de gebruikersvoorschriften erbij zitten.
Maar let op! Beschikt het arbeidsmiddel over een CE-markering, een conformiteitsverklaring en gebruikersvoorschriften? Dan betekent dit nog niet dat de werkgever daarna niets meer hoeft te doen. Hij moet namelijk altijd controleren of de machine bij gebruik in een concrete arbeidssituatie voldoende veilig is.
Het uitgangspunt daarbij is dat een arbeidsmiddel met een CE-markering en EG-verklaring van overeenstemming voldoet aan de eisen. Daarom hoeft de werkgever niet aan te tonen dat het arbeidsmiddel veilig is. Het is aan de Nederlandse Arbeidsinspectie om aan te tonen dat het gebruik van dat arbeidsmiddel in een concrete situatie toch onveilig is. Dit staat in de Brochure Handhavingsbeleid, Markttoezicht Warenwet van de Arbeidsinspectie.
Andere aandachtspunten voor werkgevers
Stelt de werkgever bepaalde arbeidsmiddelen ter beschikking aan werknemers? Dan moet de werkgever rekening houden met:
- de specifieke kenmerken van de arbeid
- de omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht
- de al bestaande gevaren op de arbeidsplaats
- de mogelijk bijkomende gevaren door het gebruik van de arbeidsmiddelen
Daarom moet de werkgever het volgende doen:
- de RI&E Arbeidsmiddelen uitvoeren
- een plan van aanpak opstellen
- een plan van aanpak laten toetsen
- instemming vragen aan de medezeggenschap (or of pvt)
- ervoor zorgen dat zijn werknemers kennisnemen van dit alles
Wetgeving: verplichtingen Warenwetgeving
Daarnaast is er nog de productregelgeving. Ook de wetgever stelt eisen aan arbeidsmiddelen zoals machines. Die zijn onder meer uitgewerkt in de Warenwet en Warenwetbesluiten waarin de Europese Machinerichtlijn is opgenomen. De Nederlandse Arbeidsinspectie is 1 van de toezichthouders (markttoezicht) op de Warenwet en een aantal daarop gebaseerde Warenwetbesluiten.
Normadressaten
De Warenwet en Warenwetbesluiten kennen meerdere normadressaten: diegenen tot wie een wettelijk voorschrift zich richt. Zij staan in de Brochure Handhavingsbeleid.
Zo is de distributeur (afhankelijk van het specifieke Warenwetbesluit) normadressaat voor de plicht om te controleren of het product vergezeld gaat van de vereiste documenten. En moet de distributeur bij het op de markt aanbieden van producten de nodige zorgvuldigheid betrachten met betrekking tot die eisen. Hij moet dus ook nagaan of de van toepassing zijnde normen daadwerkelijk zijn toegepast bij de machines.
De eindgebruiker is vaak ook de werkgever als bedoeld in artikel 1 Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Daarmee kan die eindgebruiker zowel onderwerp zijn van toezicht op productregelgeving als van toezicht op arboregelgeving. In de Warenwet is de werkgever normadressaat voor zowel de bepalingen over ingebruikname als voor de bepalingen over de gebruiksfase. Bij die laatste gaat het bijvoorbeeld om verplichte keuringen.
Wie is de fabrikant?
Wijzigt een partij een machine substantieel? Dan wordt hij gezien als fabrikant. Daarmee neemt die partij ook de verplichtingen van de fabrikant op zich. Hij is dan verplicht de conformiteitsprocedure, bestaande uit 6 stappen, te doorlopen:
- Risico’s van de machine beoordelen
- Zorgen voor het Technisch Dossier en de risicobeoordeling hierin vastleggen
- Risico’s beheersen door te voldoen aan essentiële veiligheidseisen
- Verklaring van Overeenstemming (VVO) opstellen
- Gebruiksaanwijzing opstellen
- CE-markering aanbrengen op de machine
In het kader van machineveiligheid is de werkgever niet verplicht om te controleren of machines voldoen aan de Warenwetgeving. Ook is de werkgever niet verplicht om te controleren of alle van toepassing zijnde normen, bijvoorbeeld NEN-normen, zijn toegepast. Wel moet de werkgever de RI&E Arbeidsmiddelen uitvoeren volgens het Arbobesluit.
Conclusie van de toetser
In dit voorbeeld had de opsteller van de RI&E moeten aangeven of de organisatie voldoet aan de eisen die het Arbobesluit stelt aan de geschiktheid van de arbeidsmiddelen.
De toetser had deze afwijking moeten opnemen in zijn toetsverslag. Ook moest hij hierover een advies geven. Het ontbreken van deze informatie kan ertoe leiden dat de risico’s niet worden onderkend. Dat kan ervoor zorgen dat de juiste maatregelen uitblijven. Daardoor kunnen ernstige ongevallen gebeuren.