De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) ligt in veel bedrijven en instellingen op het bordje van de preventiemedewerker. Die besteedt er veel tijd aan, overtuigt iedereen van het belang ervan, doet wat die denkt dat goed is – en loopt dan tegen de muur van het management. “Eerlijk is eerlijk”, stelt arbeids- en organisatiedeskundige Cecile de Roos, “helaas hadden managers vaak gelijk als ze zeiden: wat hebben we aan deze RI&E?”
Geen RIE, maar een MIE of een GIE
Dat kwam in veel gevallen niet direct door toedoen van de preventiemedewerker. “Veel arbokerndeskundigen maakten er een potje van. De kwaliteit van de risico-inventarisaties was beneden alle peil. De meeste waren geen RI&E, maar een MI&E of een GI&E. Oftewel: geen risico-inventarisatie, maar een meningeninventarisatie of een gevareninventarisatie. En dat heeft preventiemedewerkers niet veel goed gedaan.”
Het is immers makkelijk gaten schieten in een slechte RI&E. “De preventiemedewerker is dan vaak de Sjaak, die heeft het gedaan. Niet zelden, daar moeten we ook eerlijk over zijn, omdat die meer naar zichzelf heeft toegetrokken slim was. Maar het is dus geen wonder dat het RI&E-proces vaak meer frustratie dan verbetering opleverde.”
Probleem niet Arbowet, maar arbocultuur
Sinds 2018 zijn preventiemedewerkers verplicht om samen te werken met een arbokerndeskundige. Op zich logisch. Preventiemedewerker kennen over het algemeen de organisatie waarin ze werken goed. Maar ze zijn niet perfect thuis in het werkveld van veiligheid en risico. Dat is een arbokerndeskundige wel. Tenminste…
“Een technisch veiligheidskundige adviseerde gerust op het gebied van verzuim of werkdruk. En een expert op het gebied van PSA pikte ook de andere risicogebieden maar even mee”, weet De Roos. “Het klinkt absurd, mensen in het arboveld die zich er met een jantje-van-leiden vanaf maken. Want het draait wel om de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Maar er zijn veel voorbeelden van dat het echt gebeurde, en bijna overal. Dat schiet natuurlijk niet op.”
Dat ligt niet zozeer aan de Arbowet, stelt ze. “Die is in de kern heel degelijk, goed doordacht en duurzaam. Maar er is een Arbowet en er is een arbocultuur. En in die laatste zat het werkelijke probleem.”
Eisen RI&E sinds 2022 flink aangescherpt
Cecile de Roos praat in de verleden tijd. Want sinds 2022 zijn de eisen voor de RI&E namelijk veel strakker. In de hoop en verwachting dat dit de ontstane cultuur kan doen kantelen.
Zo is de toetsing zodanig aangescherpt dat arbokerndeskundigen niet meer alle thema’s mag toetsen. Die mogen nu alleen op heel algemene onderwerpen en op hun eigen expertise een eindoordeel vellen. Daarnaast is er een flinke lijst met inhoudelijke eisen waaraan moet worden voldaan in het proces en het opgeleverde document.
Echt goed nieuws voor alle arboadviseurs
Oei, denk je nu misschien. Nieuwe regels, flinke lijst? Alsof we nog niet genoeg moeten! Maar dit is goed nieuws voor preventiemedewerkers en alle andere arboadviseurs. Want als je weet wat erin staat, kun je dit inzetten in het RI&E-proces en in je contact met de kerndeskundige. En zo een betere RI&E opleveren.
Hoe? Dat legt De Roos in haar masterclass uit. Daarnaast geeft ze je inzicht in je eigen werkwijze, je eigen mechanismen en vooral: hoe die te doorbreken. Zodat je een betere adviseur wordt én jezelf niet aan de lopende band frustreert. Hier licht ze alvast een tipje van de sluier op.
Het RI&E-proces door de bril van de meester
We kijken even naar de start van het RI&E-proces met de bril van de meester op. De preventiemedewerker krijgt van de directeur het verzoek om “ook maar even zo’n RI&E te regelen”.
De preventiemedewerker formuleert daarop samen met de opdrachtgever een opdracht en vraagt offertes aan bij arbodiensten. De ene doet het voor 2.000 euro, de andere voor 30.000 en nog eentje zit daar tussenin. Voor hetzelfde werk. De Roos: “Niet verzonnen, zo groot zijn de verschillen soms”.
Daar is het eerste dilemma voor de preventiemedewerker. “Je hebt geen idee waarom het zoveel scheelt, maar moet dit wel uitleggen aan de directie en de or. Omdat je beslagen ten ijs wilt komen vraag je de aanbieders hoe het zit, maar echt verhelderend is dat niet. Dus hoe los je dit op?”
Nou, niet! Het is namelijk niet jouw taak om dit op te lossen, legt De Roos uit. “Dat je dit wel doet – of deed, mogen we hopen – heeft zijn weerslag op hoe serieus je wordt genomen als preventiemedewerker. En op wat je gedaan kunt krijgen. Want dit is een probleem van de arbodienst, en misschien een beetje van de arbokerndeskundige als je die in eigen huis hebt.”
Meestgemaakte fout: probleemeigenaar spelen
Inderdaad, dit is de meestgemaakte fout door preventiemedewerkers: probleemeigenaar spelen terwijl je het niet bent.
De Roos: “Nodig in dit geval de partijen uit die de offerte hebben uitgebracht. Zij mogen het uitleggen aan degenen die de beste partij moeten bepalen. Jij bent adviseur, jij wijst de weg. Je bestudeert de routes, wijst op valkuilen en mogelijke consequenties. Maar je marcheert niet voorop en trekt niet de kar. Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van je eigen advies, niet voor de kwaliteit van het traject. Dat is de opdrachtgever.”
‘Jij hebt makkelijk praten’, zeggen mensen in de masterclass dan. “Maar ook als je zorgende eigenschappen hebt, dienstbaar bent en een sterke drive hebt gebaseerd op eigen ervaringen, kun je een zakelijke houding aannemen.”
Meer toegevoegde waarde door dingen (af)leren
Je wilt van toegevoegde waarde zijn, snapt De Roos. “En dat zul je ook zijn. Meer zelfs dan voorheen als je een paar dingen leert – en afleert. Je zult merken dat het helpt om beter overzicht te bewaren en jezelf niet gek te maken. Als je jezelf verantwoordelijk maakt voor alles, dan heb je het pas zwaar.”
Kortom: stuurt je interne opdrachtgever op een mission impossible aan, waarbij diegene op een obstakel botst en neerstort? Niet jouw schuld. Jij zit niet achter de stuurknuppel. “Nee, het is niet makkelijk als je zorgvuldig een route naar Rome uitstippelt per trein en je team vliegt doodleuk naar Parijs. Maar dat is uiteindelijk hun keus en ook hun verantwoordelijkheid. Jij hebt alleen verantwoordelijkheid voor je eigen stukje, het advies.”
Feitelijke, juiste en onderbouwde info in RI&E
De aangescherpte eisen waar we het al over hadden, moeten de kwaliteit van de RI&E verbeteren. Ze zouden er vooral voor moeten zorgen dat de informatie die je ophaalt in de RI&E feitelijk, juist en onderbouwd is. “Dat betekent bijvoorbeeld dat onderzoek reproduceerbaar moet zijn”, legt De Roos uit. “Dus geen nattevingerwerk of de mening van een expert.”
“De lijst met inhoudelijke eisen is een waardevol gereedschap in de toolkist van de preventiemedewerker. Gepubliceerd in de Staatscourant en simpel na te zoeken. Als je weet wat erin staat, snapt wat het betekent en kunt vertalen naar je proces, kun je erop terugvallen. En er ook de arbokerndeskundige mee ter verantwoording roepen.”
Je zegt dan bijvoorbeeld: ‘Ah mooi, dat onderzoek, en hoe ga je dat doen? Wat ga je erin meenemen? Wie ga je spreken? Twee personen, op een bestand van 4000 mensen? Niet erg representatief, wel? Heb je de verzuimcijfers meegenomen? En ook: is dit eigenlijk wel jouw expertise?’
Twee voorbeelden
De Roos geeft twee voorbeelden. “Het is bijvoorbeeld weinig zinvol als een kerndeskundige vaststelt dat ‘de ruimte vaker schoongemaakt moet worden omdat het er smerig is’. Wat je wilt weten, is hoeveel mensen blootstaan aan gevaarlijke middelen. En hoe ernstig dat is en wat je eraan moet doen om dat risico in te perken.”
Ander voorbeeld. “In de RI&E oude stijl stond: ‘Op afdeling X is werkstress, bij ongeveer zoveel mensen en daar moeten we wat aan doen’. Nu is het de bedoeling dat je gedegener naar de problematiek kijkt en met mensen praat.“
“Waardoor komt die werkstress? Nou, er is een structurele storing in het proces. Wat is er aan de hand? Een van de machines doet het al twee maanden niet. Dit betekent dat mensen met minder materiaal hetzelfde moeten produceren: overwerk voor ongeveer 2000 mensen. Dan heb je een pareltje in handen. Aan het advies ‘repareer of vervang de machine’ heeft iedereen wat. Dan zijn het overwerk en de bijbehorende werkstress snel van de baan en is je productie weer optimaal.”
Meer invloed met onderbouwde argumenten
Hoe je weet of je een goede kerndeskundige te pakken hebt die dit voor je kan doen? Hoe je formuleert wat diegene moet opleveren? Hoe je zelf het verschil tussen gevaar en risico leert zien zodat je kunt doorvragen? Dit en andere zaken leert De Roos je graag in haar tweedaagse masterclass. Met concrete voorbeelden. Je gaat ook zelf aan de slag met een aantal basisvragen om een basis-RI&E te maken.
Zo krijg je meer invloed met argumenten, met een gedegen onderbouwing. De Roos: “Werk je mee aan een kwaliteits-RI&E, dan vergroot je het draagvlak. Dat straalt ook op jou af, wat weer goed is voor je zelfvertrouwen. Je zult zien dat het werkt. Dat is vooral wat ik adviseurs wil meegeven in die twee dagen.”