In 2019 scoorde Tamara Onos een hit met haar eerste thriller Onder invloed, over een visser die onwel in een weiland ligt. Afgelopen juli kwam deel 2 uit, Isolatie. Daarin is hoofdpersoon Renske Nijland in een fabriek getuige van een ernstig bedrijfsongeval.
Bijzondere thematiek wel, voor fictieve boeken. “Zeker. Maar mijn speurneus is dan ook geen rechercheur of journalist zoals in de meeste thrillers, maar expert gevaarlijke stoffen”, lacht Tamara Onos. “Het tweede boek is nog veel meer arbo dan het eerste. Al draaide het daarin ook al om stoffen en in welke concentratie die gevaarlijk zijn.”
‘Soms schieten er scenario’s door mijn hoofd’
Onos kwam alweer heel wat jaartjes geleden op het idee voor het eerste boek. Dat was tijdens een rondje joggen in de Havikerwaard, aan de IJssel, niet ver van haar woning aan de oostkant van de Veluwe. Ze is dol op spannende verhalen.
“Onwillekeurig schieten er soms scenario’s door mijn hoofd, rond mijn werk, maar ook daarbuiten. Heerlijk vind ik dat, om mijn hoofd te laten vliegen, om wilde sprongen te maken met mijn gedachten. Wat nou als …?” Niet zelden, geeft ze toe, zijn die scenario’s macaber. Met haar gezin speelt ze in de auto ook Black Stories. Daarin gebeuren allerlei nare dingen en moeten de spelers met ja/nee-vragen achterhalen wat zich heeft afgespeeld.
Wat nou, dacht ze in dit geval, als er een visser midden in dat weiland ligt? “De aanname ‘dronken vanaf een boot erheen gewaggeld’ is waarschijnlijk voldoende voor de rest van de wereld. Maar ik denk: dronken? Zou kunnen … Maar even denken: zijn er fabrieken in de buurt? Is er iets met het water? Welke factoren kunnen een rol spelen?”
Overal binnenkijken en vragen stellen
Onos koos haar studierichting ooit uit op variatie. “De mix van dingen als toxicologie, gezondheid en chemie sprak me enorm aan. En ik blijk de goede keus te hebben gemaakt. Want ik voel me in mijn werk als arbeidshygiënist vaak alsof ik in Het Klokhuis zit. Ik mag overal binnenkijken en mensen het hemd van het lijf vragen. Mijn vragen worden ook zelden dom of raar gevonden. Terwijl ik toch vaak op plekken ben waar ik vooraf weinig tot niets van het proces weet. Een prettige positie.”
Hoofdpersoon Renske Nijland is minstens even nieuwsgierig en mag nog een stapje verder gaan. Ze legt mensen het vuur aan de schenen en laat zich niet met een kluitje in het riet sturen. Bijt zich vast tot ze de oplossing heeft gevonden, zelfs al ligt die niet meteen voor de hand. En net als Onos heeft deze vrouwelijke expert gevaarlijke stoffen slimme kinderen die het leuk vinden om mee te denken.
Piepschuimfabriek als perfecte setting
Het idee voor deel 2 ontstond toen Tamara Onos tijdens een project in een piepschuimfabriek was. “Een indrukwekkende werkomgeving. Met metershoge witte torens van piepschuim, die later in platen worden gezaagd. En met bergen suikerachtige korrels waar de piepschuimkorrels van worden gemaakt. Daarvan persen medewerkers later die zeven meter hoge torens. Enorm interessant. Een perfecte setting voor mijn volgende verhaal.”
Tijdens dat project ving ze ook op dat er eens iemand bekneld was geraakt in een wals, met twee handen tegelijk. Hij kon dus niet bij de noodstop. “Gelukkig kwam er uiteindelijk een collega in actie en kwam hij er heelhuids uit.” In haar boek loopt het een stuk slechter af. Renske Nijland, die het ongeval meemaakt en te hulp schiet, heeft geen idee wat te doen met dat bedieningsbord vol knoppen. Een onbegrijpelijke mengelmoes, nergens een toelichting, en een Pools slachtoffer dat het haar niet even kan uitleggen …
Thriller vol herkenbare arbo-situaties
Zal het voor de gemiddelde lezer geen alledaagse materie zijn, voor onze lezers zit met name deze tweede thriller vol herkenbare situaties. Want Isolatie begint met een rondgang voor de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Tamara Onos’ hoofdpersoon moest een goede reden hebben om in die fabriek te zijn, anders zou het niet geloofwaardig zijn. “Renske is dus in die piepschuimfabriek voor de toetsing van de RI&E. Hebben ze alles erin staan: gevaarlijke stoffen, valgevaar, beknelling?”
Fictie met werkelijkheid als inspiratiebron
De Renske Nijland-boeken zijn fictie. Maar de werkelijkheid is wel een grote inspiratiebron voor Onos. Daarbij gebruikt ze natuurlijk haar eigen ervaringen. Daarnaast interviewt ze mensen en duikt in archieven, rapporten, krantenartikelen en het internet.
“Als ik schrijf over stoffen, concentraties en effecten daarvan, moet dat precies kloppen, vind ik. Ik zocht voor deel 1 uit van welke stoffen je onwel kunt worden op een manier die op dronkenschap lijkt. Wat voel je als je bepaalde drugs neemt? Ik heb geen idee, nooit wat gebruikt. Maar als je goed kunt googelen, kun je het alsnog perfect beschrijven.”
Ze praat met allerlei mensen in het werkveld, in dit geval in verschillende piepschuimfabrieken. “Die vinden het meestal wel een leuk idee om mee te werken aan een boek. Ze denken graag mee over wat er allemaal mis kan gaan en waarom. En niet zelden komen we er zo achter dat er nog wel wat te verbeteren valt op het gebied van veiligheid. Zoals een hekje om bepaalde machines. Dat is ook al winst.”
De problematiek van Poolse migranten
Bij het schrijven van deel 1 wist ze al dat ze in deel 2 iets wilde met Poolse migranten. “Niet voor niets is een van de personages in Onder invloed half Pools.” De lastige communicatie op de werkvloer, de vreselijke leefomstandigheden, de valse voorwendselen waarmee ze hierheen worden gelokt, de reis die ze zelf moeten betalen, verzekeringen die niet goed zijn geregeld – allemaal interessante gegevens voor een spannend boek.
“Het is toch fascinerend: waarom verlaat je huis en haard om hierheen te komen? En waarom accepteer je vervolgens dat het smerig werk is, je niet netjes wordt behandeld en ook nog wordt onderbetaald? Van de andere kant: waarom doen werkgevers er alles aan om hun smerigheid te verbergen? In plaats van er iets aan te doen en goed voor hun mensen te zorgen?”
Deel 3 is ook al in de maak – in Onos’ hoofd dan, want aan het schrijven moet ze nog beginnen. Ze kan er niet te veel over kwijt. “Ik weet waar het is gebeurd en waarom het escaleert. Ook heb ik de lijn chronologisch bedacht. Handig: in een eerder deel zit een man die dood kan, die heb ik niet meer nodig voor m’n verhaallijn. Maar hoe en wat precies, dat lees je in het boek dat aankomende winter waarschijnlijk ontstaat.”
Veel geleerd van onderzoeksjournalistiek
Een deel 4 komt er niet, tenminste, dat is niet het plan. Een nieuw boek misschien wel. Niet met Renske Nijland in de hoofdrol, maar eerder een onderzoeksjournalist, denkt Onos nu. Dat idee vormt zich langzaam.
“Ik heb meegewerkt aan onderzoeken van het programma Zembla, ongelofelijk interessant. Zij werken zo zorgvuldig, graven tot ze niet verder kunnen. Daardoor achterhalen ze dingen die eigenlijk niet aan de oppervlakte hadden moeten komen – voor diegenen die het verstopt hadden, dan. De spannende weg naar de oplossing is ook mooie materie voor een thriller.”
Ze heeft er bovendien veel van geleerd. “Want je gedachten wild laten springen, kan nuttig zijn. Maar een hoofd dat ongemerkt alle kanten op gaat, is als onderzoeksjournalist niet per se handig. Wat is feit, wat is aanname? Daar draait alles om in dat vak. Ik heb daardoor beter leren doorvragen.”
Meer dan genoeg misstanden in arboland
Misstanden genoeg om in te duiken in het land van de arbeidsomstandigheden. “Ik schamp er in m’n werk geregeld langs, lees er veel over en hoor van collega’s soms ook angstaanjagende verhalen. Voor m’n boeken en artikelen kan ik die goed gebruiken, daarvoor zijn die extremen interessant.”
Ook in het echt moeten we volgens Tamara Onos wat met bazen die hun medewerkers in smerige, mensonterende omstandigheden laten werken. En met sensibiliserende of ronduit gevaarlijke stoffen.
“Managers die een bonus over vier jaar krijgen en aandeelhouders die vooral op winst gericht zijn, het is een corrumperend systeem. Onverteerbaar dat zij een extra vakantie, extra auto of extra huis betalen met de kapotte longen van werknemers. Door goedkopere grondstoffen (‘oeps, kwartsstof’) in te laten kopen, om maar eens een dwarsstraat te noemen. En die huren dan een meeloper in om een rapport voor de bühne te schrijven; mooie praatjes voor de Arbeidsinspectie. Daar werk ik in ieder geval niet aan mee.”
Merendeel heeft het goed met medewerkers voor
Maar het beeld is niet alleen maar zwart, integendeel zelfs. “Als ik af en toe denk ‘deugen we met z’n allen nou echt niet?’, is het altijd fijn om bij mijn leuke klanten rond te hobbelen. Het merendeel van mijn opdrachtgevers heeft het namelijk goed met hun medewerkers voor. Die willen graag dat ik écht goed kijk wat er beter kan, zodat ze daarmee aan de slag kunnen. Daar moet ik wel bij stil blijven staan als ik me in de uitwassen verdiep.”
Tekst en openingsbeeld | Moon Saris