Laat me om te beginnen even zeggen dat het niet mijn bedoeling is om een lang alles-was-vroeger-beter-betoog te houden. Of vanaf de zijlijn iets te vinden over de opvoeding van kinderen, want dat is niet mijn vak. Al kan ik me wel beroepen op enkele decennia ervaring.
Een geijkt voorbeeld om te illustreren hoe we risico’s weghalen bij kinderen zijn de rubberen tegels op speelplaatsen. Vroegah klommen we in bomen en vielen er soms uit. Fietshelmen bestonden niet. Als we van de schommel sprongen leverde dat soms geschaafde knieën op. Als we ergens gingen spelen wist mama ongeveer waar en met wie, maar we hadden geen mobiel mee. Want die waren er niet, zeker niet voor zesjarigen. Als alternatief kregen onze kinderen soms de opdracht om af en toe eens ‘hun neus te laten zien’.
Moderne risicoaversie betreft vooral fysieke risico’s
Over mobiel gesproken, het is typisch dat de moderne risicoaversie vooral fysieke risico’s betreft. Over de effecten van allerlei moderne ontwikkelingen, zoals schermtijd, blootstelling aan pesten via sociale media en allerlei psychologische druk, hebben we het nauwelijks.
Eigenlijk zien we de hang naar risicoaversie ook al in de RRR-slogan. Nu denk ik dat Rust gewoon een verstandige regel is. Normaal gesproken geldt dat als je uitgerust bent, je beter met risico’s kunt omgaan dan wanneer je moe bent. Over die andere twee ben ik iets sceptischer. Want zowel overdreven Reinheid als overdreven Regelmaat kunnen volgens mij ook negatieve effecten hebben.
Ook leren omgaan met variaties en verrassingen
Natuurlijk is het goed dat kinderen in een stabiele, veilige en redelijk voorspelbare omgeving opgroeien. Dat zal vast hun ontwikkeling ten goede komen, zeker gedurende de eerste jaren. En we willen ze natuurlijk ook tegen allerlei ziektekiemen en dergelijke beschermen.
Tegelijkertijd, als alles altijd maar voorspelbaar en volgens plan gaat, hoe leren kinderen dan om met variaties en verrassingen om te gaan? Want die zullen er ook komen. De wereld is immers dynamisch, complex en vaak onvoorspelbaar. En wat te denken van het immuunsysteem van kinderen? Dat is er niet mee geholpen als kinderen opgroeien in een steriele omgeving. In tegendeel, een beetje ‘troep’ naar binnen krijgen is zelfs bevorderlijk.
Balanceren tussen risico en maximale veiligheid
Om uitdrukking te geven aan dit interessante spanningsveld tussen risicoreductie aan de ene kant en het – al dan niet bewust – omgaan met risico’s aan de andere, bedacht ik de term Risicoflectie: een samentrekking van risico en reflectie. Althans, ik dacht dat ik het had bedacht, maar natuurlijk was iemand me voor geweest. Voor zover ik heb kunnen nagaan noemt de Duitse pedagoge Cornelia Schödlbauer de term voor het eerst in een artikel uit 2004.
Bekijk ook
Gevaar, risico, kans, effect, oorzaak en gevolg? Help! Zo krijg je je woordenschat op ordeHet is interessant dat zij de term ook op kinderen en jeugdigen betrekt. Zij bespreekt het spanningsveld tussen leren, buitenactiviteiten en risico. Ze illustreert de betekenis van Riskflection met een project dat jonge klimmers en snowboarders leert zelf complexe situaties in te schatten en verantwoordelijke beslissingen te nemen. Door te leren balanceren tussen zoveel mogelijk risico en maximale veiligheid. Door te erkennen dat risico’s deel uitmaken van het leven.
Om te leren moeten we onzekerheid verwelkomen
Riskflection is volgens Schödlbauer een activiteit. Zo zie ik het ook. Reflectie betekent (in de niet-natuurkundige betekenis) overdenking, bezinning, (her)overweging. Soms zie je zelfs meditatie als synoniem. Mijn boek met de titel Risicoflectie gaat over risico en beoogt de lezer te helpen om hierover te reflecteren, inclusief een link tussen leren en risico. Enerzijds leren met risico om te gaan, anderzijds beseffen dat het noodzakelijk is om risico’s te nemen om te kunnen leren.
Wanneer we leren, betreden we immers nieuw, onbekend terrein. We ontmoeten onzekerheid. Willen we echt leren, dan moeten we die onzekerheid in zekere zin verwelkomen. Dat is misschien een houding die op velen vreemd overkomt, want zij denken dat het juist gaat om risico’s beheersen en beperken. Die gedachte is niet noodzakelijkerwijs fout. Het gaat dan ook niet om het een of het ander, maar om een balans. En om die te vinden is vaak reflectie, of beter gezegd risicoflectie, nodig.