We zitten nu een jaar in de coronacrisis en het lijkt erop dat het einde nog niet in zicht is. Virologen en artsen stelen de show met discussies over het virus, infectiesnelheden en ziekenhuisbezettingen. Nadat de camera’s uitgaan, is het aan arbodeskundigen om de richtlijnen van het RIVM op de werkplek in de praktijk te brengen. Wat voor mensen zijn het die deze zware taak op zich nemen en hoe pakken zij het aan?
> TIP: Collegereeks Leidinggeven aan veiligheid, cultuur en gedrag
6 inspirerende gesprekken
Ik vroeg 6 mensen om hun persoonlijke belevenissen te delen vanuit de positie waar zij op dat moment werkzaam waren. Zij waren bereid om hun ervaringen te delen: Bart Bins (KIWA CMR), Peter Booster (RvA Safely Group voor NS), Marno Lips (zelfstanding 2LinkS voor procesveiligheid), Johan Gort (GVB), Richard van Sonsbeek (was Saybolt NL, nu EMO) en Tamara Onos (Auxillium HSE voor Helpdesk Corona Bouw & Techniek). In dit artikel een samenvatting van 6 inspirerende gesprekken.
De crisis te lijf
“De coronacrisis hakt erin”, zei Peter Booster treffend. Iedere arbo-expert wordt geconfronteerd met richtlijnen die ernstige beperkingen opleggen. Met zoveel mogelijk thuiswerken en met het versneld invoeren van allerlei maatregelen. Er worden lange dagen gemaakt en grote stappen gezet.
Bart Bins vertelde dat alleen al de anderhalvemeterregel, een van de eerste en meest basale regels die ingevoerd werden, op de werkvloer leidde tot een explosie van protocollen, gedragsregels en soms zelfs tot het slopen van muren. En bij het GVB van Johan Gort moesten de trams en bussen wel drie keer aangepast worden. Daar waren veel kosten en tijd mee gemoeid.
Steeds andere richtlijnen
Het moeilijkste is nog dat de richtlijnen steeds veranderen. Dat vergt veel extra inspanningen en levert veel discussie op. De discussie over mondkapjes is daar het meest prominente voorbeeld van. Voor Richard van Sonsbeek kwam daar nog eens bovenop dat het Amerikaanse moederbedrijf ook allerlei richtlijnen opstuurde; maar in Nederland is het RIVM leidend.
Ondanks dat waren deze experts blij dat ze een bijdrage konden leveren. Tamara Onos verwoordde dat heel mooi: “Het is nog nooit zo snel gegaan en dat is gaaf!” Deze arbospecialisten werden op hun specialisme aangesproken en deden met plezier waar ze goed in zijn.
Vakkunde en professionaliteit centraal
In de aanpak staan vakkunde en professionaliteit centraal. Deze experts gebruikten hun brede kennis en ervaring om tot pragmatische oplossingen komen. Onder moeilijke omstandigheden ontwikkelden en implementeerden ze oplossingen die met de kennis van dat moment zo veel mogelijk bescherming tegen corona boden.
Méér, maar ook béter overleg
Netwerken stonden centraal. Bij Peter zette NS het team van arbokerndeskundigen effectief in: hogere veiligheidskundigen, arbeids- en organisatiedeskundigen, bedrijfsartsen en preventiemedewerkers. “De aanpak was niets nieuws”, zei hij, “in dat opzicht volgden we een regulier arboproces.” Maar er werd wel veel vaker overlegd! Richard zag dat bij Saybolt ook: er werd gebruikgemaakt van bestaande branche-overleggen en de frequentie en kwaliteit van die overleggen zijn sterk toegenomen.
Nieuw instrument: de helpdesk
In de bouw werd wel een nieuw instrument ingericht: de helpdesk Corona voor Bouw en Metaal. Tamara was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de website. Compleet met protocol en telefoondienst om de duizenden verschillende bedrijven in de bouw te kunnen bedienen.
Marno Lips zag dat de chemische sector onmiddellijk focuste op veiligheids-kritische processen. Ook daarbij werd een van tevoren vastgelegde procedure gevolgd, maar het betekende wel dat niet-kritische overleggen vooruit werden geschoven. De conclusie is dat de bestaande arbonetwerken fit-for-purpose waren. “We vinden elkaar”, zei Richard daarover.
Bestaande netwerken functioneren ook onder druk
Ook beroepsverenigingen deden het goed. Die reageerden snel en ondersteunden arbo-experts op verschillende plaatsen. Eigenlijk is dat goed nieuws voor het arbodomein in zijn geheel. De bestaande netwerken zijn robuust en blijven ook onder druk functioneren.
Kennis en kunde
Kennis en kunde zijn belangrijke instrumenten in de strijd. Deze 6 mensen hebben een stevige achtergrond in wat we zouden kunnen bestempelen als ‘veiligheidskennis’. Ze hebben allemaal een achtergrond als hogere veiligheidskundige, arbeidshygiënist of arbeids- en organisatiedeskundige. En die kennis wordt gebruikt.
Opereren vanuit de laatste stand der techniek
In de interviews worden verschillende methodes en theorieën besproken: de arbeidshygiënische aanpak, biologische agentia, Rasmussen’s drift-to-danger, Golden Rules, RI&E, domino’s en nog veel meer. Peter maakte het punt nog wat scherper: ‘Als deskundige beloof je altijd op basis van de laatste stand van de wetenschap en de techniek te opereren.’
Leven lang leren
De geïnterviewden omarmen allemaal een leven-lang-lerenstrategie. Daarbij hebben formeel onderwijs, (herhaal)cursussen en veiligheidsevenementen een rol. Maar juist ook de praktische verdieping bij een bedrijf of industrie is belangrijk, net als het wisselen van baan: jobrotation. Elk van deze mensen heeft meer dan één formele arbocursus gedaan en Richard en Peter deden een studie.
Prestatie-eisen en coronamaatregelen gaan moeilijk samen
Deze crisis onderstreept nog eens het belang van het onderhouden van veiligheidskennis. Een brede veiligheidsachtergrond helpt en maakt het gemakkelijker om de problematiek van meerdere kanten te belichten. Johan kon bijvoorbeeld scherp maken hoe prestatie-eisen in het openbaar vervoer het extra moeilijk maakten om coronamaatregelen te treffen.
Werkervaring van doorslaggevend belang
Maar uiteindelijk vonden deze 6 mensen hun werkervaring van doorslaggevend belang. Marno liet mooi zien dat zijn ervaring met de uitrol van veiligheidsprogramma’s (waaronder Hearts & Minds en de Golden Rules) hem in deze crisis effectiever maakten. Soms gaat dat hand-in-hand met arbeidsmobiliteit.
Bart, die net met een nieuwe baan was begonnen bij KIWA, gaf dat heel mooi weer: “Iemand van buiten is een verrijking voor het bedrijf”, zegt zei hij, “het voorkomt tunnelvisie.” En dat gold eigenlijk voor iedereen.
Mens en communicatie centraal
Een belangrijk aspect in alle interviews is de aandacht voor de mens. Deze arbo-experts houden altijd het gedrag van mensen in hun achterhoofd. Peter sprak over rekening houden met de angst voor corona en hoe dat het gedrag van mensen beïnvloedt. Richard kon een mooi voorbeeld geven over menselijk gedrag in een experiment met social distancing sensors. Bart moest als inspecteur een nieuwe relatie met zijn cliënten ontwikkelen. Tamara had veel contact met bezorgde mensen en Johan had te maken met agressieve reizigers.
Arbodeskundigen houden van mensen
Arbodeskundigen proberen te begrijpen wat medewerkers, collega’s, eindgebruikers, besluitvormers en ketenpartners beweegt. Ze bedenken passende oplossingen. Maar er is ook een inherent respect voor mensen. En durf ik het hardop te zeggen? Ze houden van mensen.
Bij elk gesprek was communicatie een belangrijk onderwerp. Elk van de 6 bediende zich van verschillende vormen van infographics. Toch hebben ze de beste ervaringen met persoonlijk contact. Of dat nu is door overleg met medewerkers, discussie met collega-deskundigen, door te spreken op branche-events of door de directie te informeren. Dat is dan meteen een van de redenen waarom ze beeldbellen met Teams of Zoom als een handicap ervaren, zelfs als ze schoorvoetend toegeven dat het in sommige opzichten erg efficiënt is.
Professionaliseren van structuren
De arbo-organisaties bleken binnen de genoemde bedrijven relatief robuust ontworpen. Interne overlegstructuren, rolverdelingen en communicatiekanalen werden zwaarder belast. Maar ze hoefden niet ingrijpend te worden veranderd. Het vasthouden, verbeteren en verder professionaliseren van die structuren lijkt een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Mogelijk kunnen digitale instrumenten daarin een rol spelen.
Ook hebben de beroepsverenigingen, en met name NVVK, een positieve bijdrage geleverd. Verdere professionalisering kan bijdragen in de ondersteuning van arbo-experts. Misschien kan ook een sterkere regie worden gepakt in de afstemming met wetgevers en onderwijsinstituten. Dat kan vanuit verschillende kerndisciplines. Denk aan hogere veiligheidskundigen, arbeids- en organisatiedeskundigen, bedrijfsartsen en preventiemedewerkers. Maar aangezien we vaak samen moeten werken lijkt een herijking van samenwerking tussen de beroepsgroepen wellicht ook wenselijk.
Balans gevonden
De covidcrisis stelt de maatschappij én de arbo-experts op de proef. Maar zij doorstaan die relatief goed door hun training, werkervaring en netwerken. Arboprofessionals hebben een heel specifieke rol in die crisis en ze gebruiken alle middelen om mensen zo veilig mogelijk te kunnen laten werken in de covid-crisis. De indruk die deze 6 deskundigen bij mij achterlieten is dat ze een balans hebben gevonden tussen vakinhoudelijke kennis, domeinkennis en werkervaring met netwerken. Daarnaast zijn ze persoonlijk betrokken en streven ernaar om zichzelf te verbeteren om nog beter te kunnen helpen.
De ervaringen die deze deskundigen hier delen zijn waardevol naar de toekomst. Ik vermoed dat veel arbodeskundigen een stuk van zichzelf herkennen in de belevenissen van Peter, Marno, Johan, Richard en Tamara en zich aansluiten bij Barts gevleugelde woorden: “Ik ben trots op mijn bijdrage.”