Jaren geleden werkte Peter Henneveld als arbo-adviseur in de Sociale Werkvoorziening. Een gouden tijd, zegt hij zelf. “We deden gewoon waar we zin in hadden. Zo hadden we arbo-instructies en opleidingen bedacht voor het hele personeel. We hadden de hele arbo-kerstboom opgetuigd.”
Lees ook: Je kunt niet iedereen tevreden stellen
Een mooie herinnering dus – maar zonder happy end. “Het werkte allemaal prima, tot de directeur opstapte en werd vervangen door een nieuwe. Want die vroeg ons al snel wat we eigenlijk deden. Wij zijn toen enthousiast gaan vertellen – maar dat enthousiasme werkte blijkbaar niet aanstekelijk. Twee weken later bleek dat hij de halve kerstboom had gesaneerd.”
Die arbo-adviseur van ons, die lost het wel op
Jammer natuurlijk – maar achteraf vindt Henneveld het wel begrijpelijk. Want volgens hem liep hij destijds in een bekende valkuil. “We hadden wel leuk arbobeleid bedacht, maar we hadden die managers nooit gevraagd wat zij zelf wilden. En dat is iets dat ik nu zie bij veel andere arbo-adviseurs.”
Daardoor lopen die andere arbo-adviseurs volgens Henneveld op tegen teleurstellingen. “Veel adviseurs beschouwen de RI&E van het bedrijf als hun verantwoordelijkheid en hun kindje, iets waarvan zij moeten zorgen dat het perfect functioneert. En het plan van aanpak moet natuurlijk voor 100% worden uitgevoerd. In het begin vindt de directie dat over het algemeen geweldig. Die arbo-adviseur van ons, die lost het wel op.”
Van enthousiast naar gefrustreerd naar cynisch
Maar dat enthousiasme houdt meestal geen stand. “In het begin is zo'n arbo-functionaris heel bevlogen. Maar uiteindelijk raakt hij gefrustreerd, want hij ziet dat het bedrijf zijn adviezen niet overneemt. En dat maakt hem cynisch. Hij gaat zitten drammen, angst zaaien, waarschuwen voor de Arbeidsinspectie. Het gevolg laat zich raden. Managers willen niet meer met hem aan tafel, en dat kun je ze ook niet kwalijk nemen. Ikzelf zou zulke mensen ook proberen te ontlopen. En tegelijk neemt de kans toe dat zo'n arbo-adviseur zelf uitvalt.”
Hoe kun je zoiets vermijden? Allereerst moeten die arbo-adviseurs volgens Henneveld hun taak verhelderen en begrenzen. “Je moet beginnen met een gesprek met de opdrachtgever: ‘Luister, ik kan veel voor je doen: de risico's inventariseren, een plan van aanpak maken. Maar: die RI&E is niet van mij, die is van jou. Jij maakt uiteindelijk de keuze wat je ermee gaat doen. Alleen jij kan jou daarin begeleiden.’”
Door taakbegrenzing ga je juist effectiever adviseren
Dit biedt volgens Henneveld nog een voordeel. Want met dit uitgangspunt in zijn achterhoofd zal de arboprofessional effectiever adviseren. “Als je veiligheid beschouwt als de verantwoordelijkheid van de werkgever, zul je niet zo snel ongevraagd advies geven. En juist dat ongevraagde advies zet de verhouding tussen arbo-adviseur en directie vaak op scherp.
Ik moet bekennen: dat heb ik zelf ook moeten leren. Ooit werkte ik bij een productiebedrijf. Toen ik op een dag de kelder inspecteerde, liep ik tot mijn enkels in het isolatiemateriaal. Wat bleek? Dat bevatte asbest. Natuurlijk had ik toen even bij de directeur binnen moeten lopen. Het gesprek aangaan. Maar dat durfde ik niet, want het was een heel autoritaire man.”
Dus koos Henneveld voor een andere aanpak. “Ik schreef hem een brief, een heel formele brief, waarin ik hem sommeerde om de asbest te verwijderen. De reactie liet zich raden. Per ommegaande ontving ik een boze brief terug, van die directeur, met de mededeling dat hij een advocaat in de arm had genomen. Inhoudelijk had ik gelijk, maar mijn manier van adviseren was niet handig.”
Goede relatie arbo-adviseur–opdrachtgever essentieel
Zoiets is te vermijden. Nu zou Henneveld wél bij die directeur binnenstappen. “Ik richtte me toen veel te veel op de inhoud. Terwijl die inhoud maar zo’n 20 procent uitmaakt van het advies. Veel belangrijker is de relatie die je opbouwt met de opdrachtgever. Alleen als die goed is, kun je ook goed adviseren.
Maar ... waarschijnlijk moet je überhaupt niet proberen om de adviseur te spelen. Zoek in plaats daarvan meer de rol van coach, iemand die de werkgever begeleidt. Adviseren is ouderwets: het gaat uit van regels en plannen van aanpak. Een coach daarentegen zoekt het contact. Bovendien kun je alleen coachen wanneer daarom wordt gevraagd. Inderdaad, als het aan mij lag, ging elke arbo-adviseur op een coachopleiding.”
Goede trainers kunnen met zelfinzicht grenzen stellen
Bijkomend voordeel van zo’n coachopleiding: daar wordt gewerkt aan inzicht in je eigen overdrachtspatronen. Dat zelfinzicht is volgens Henneveld essentieel. “Als ik arbofunctionarissen train, laat ik ze in contact komen met hun gevoel. Zo had ik ooit een man in mijn groep die er buitengewoon vermoeid uitzag. Hij wilde leren om grenzen te stellen, om niet zoveel op zijn schouders te laden. Dus ik vroeg hem: 'Voor wie heb je altijd zo hard gewerkt?'“
Die simpele vraag bracht volgens Henneveld veel naar boven. “Want wat bleek? Toen die man een jaar of acht was, was zijn vader vaak ziek. En om zijn moeder te helpen, had die jongen altijd hard zijn best gedaan. Anno 2019 weet die man heus wel dat de directeur niet zijn vader is, en de organisatie niet zijn moeder. Maar dat weet hij op een bewust niveau, en de zogenoemde overdracht verloopt juist onbewust. Het is een grammofoonplaat in je systeem die zich steeds herhaalt. En dus handelt die man precies zo als dat jongetje van acht. Pas als je inzicht hebt in je eigen overdrachtspatronen kun je de taak van arboadviseur goed vervullen.”
Voorbij de maskers kan het echte coachen beginnen
Terug naar Hennevelds eerdere advies: bouw aan de relatie. Want wat als het tussen arbofunctionaris en directeur gewoon niet klikt? Dan is het volgens Henneveld belangrijk om dat te benoemen. “Ik zeg bijvoorbeeld tegen zo'n directeur dat hij heel krachtig is. En dat ik voel dat ik steeds kleiner word. Dan is zo’n man verrast, dan ontstaat er contact. Natuurlijk moet je dat niet na een minuut al zeggen, want dan sta je al buiten voordat je het weet. Maar als je deze feedback goed weet te timen, krijg je vaak de mooiste gesprekken. Dan ga je voorbij aan de maskers en ben je echt aan het adviseren. Of liever gezegd: aan het coachen.”