Is veiligheidsgedrag misschien hetzelfde als veilig gedrag? Soms lijkt het daar wel op. Maar het voelt anders. Waarom zouden we twee termen hebben? En welke waarde hebben die termen eigenlijk? Laten we dat eens verkennen.
Taalkundig kijken naar de twee termen
Om te proberen de boel te ontwarren kunnen we er bijvoorbeeld taalkundig naar kijken.
Hebben we het over ‘veilig gedrag’, dan is dat een combinatie van een zelfstandig naamwoord (gedrag) en een bijvoeglijk naamwoord (veilig). Daarbij zegt het bijvoeglijke naamwoord iets over het zelfstandige naamwoord. Veilig is hier een eigenschap van gedrag. Blijkbaar is het gedrag waar we het over hebben dus intrinsiek veilig. Daarmee rijst de vraag: welk gedrag is op zichzelf veilig? Daar komen we zo op terug.
Eerst even kijken naar de term ‘veiligheidsgedrag’. Dat is slechts één zelfstandig naamwoord. Echter, het is niet zomaar een zelfstandig naamwoord, er zit namelijk een bezits-s in. Zoals een volksvertegenwoordiger een vertegenwoordiger van het volk is, zo zou veiligheidsgedrag moeten gaan over gedrag van (de) veiligheid. De vraag is wat dat betekent. We moeten maar even aannemen dat het gedrag is dat veiligheid ten goede komt, dat veiligheid verbetert.
Gedrag moeilijk los te zien van situatie
Dat geeft ons nog geen sluitend antwoord op onze vragen, maar wel wat handvatten om verder te pluizen. Laten we eerst eens kijken naar veilig gedrag en de tegenhanger onveilig gedrag.
Een bepaalde handeling – gedrag – is in de meeste gevallen niet inherent onveilig. Het is de situatie waarin het gedrag plaatsvindt dat het gedrag onveilig maakt. Denk maar even aan de flauwe grap waarbij iemand je vraagt of je zonder parachute uit een vliegtuig durft te springen. Op jouw angstige nee luidt de repliek: “Ik wel, als-ie op de grond staat”.
Net zo goed is een situatie niet inherent onveilig. Het is de aanwezigheid van een persoon (wat we ‘gedrag’ kunnen noemen) die een situatie onveilig maakt voor die persoon. Een losliggend verlengsnoer op de vloer van een vergaderruimte vormt een struikelgevaar (onveilige situatie) tijdens een presentatie. Een losliggend verlengsnoer in de Sahara is misschien milieuvervuiling, maar niet echt een risico – behalve voor toevallig passerende kamelen.
Dat maakt het dus moeilijk om gedrag en situatie of context los van elkaar te zien. Dit is zelfs het geval als we ‘onveilig’ definiëren als afwijkend van een norm. Want regels en normen zijn ook contextafhankelijk.
(On)veilig gedrag blijkt vaak pas achteraf
Het wordt nog problematischer als we beseffen dat het label vaak pas wordt aangebracht ná een gebeurtenis met een negatief resultaat. Of na een gebeurtenis die waarschijnlijk slecht had kunnen aflopen. Dat zie je bijvoorbeeld in de definitie: “Onder veilig werkgedrag wordt verstaan zó te handelen dat jij en je collega’s na afloop van het werk gezond huiswaarts keren, en de machinerie en de omgeving ongeschonden blijven.”
Een probleem met deze definitie is dat je pas achteraf weet of iets daadwerkelijk veilig was. Deze definitie van veilig (werk)gedrag hangt af van de gevolgen van het gedrag. En hoewel dat ergens logisch klinkt, is het dat niet. Want de mensen aan boord van de Titanic dachten dat ze op het veiligste schip ooit zaten. En van iemand die na een avondlang feesten stomdronken in de auto stapt en wonder boven wonder zonder brokken thuis aankomt, zeggen we ook niet dat hij veilig gedrag vertoonde.
Dus ‘onveilig’ kan een problematische uitspraak zijn, bezien vanuit een theoretisch of kritisch perspectief. Voor praktische doeleinden echter kan het een nuttig begrip zijn. De meeste mensen slagen erin om het onderscheid ‘veilig’ en ‘onveilig’ te maken in alledaagse activiteiten. En om dat onderscheid vervolgens te gebruiken als een richtlijn voor wat ze doen en hoe ze het doen. Daarmee kan het gebruik van de termen onveilige handelingen en onveilige omstandigheden een hulpmiddel zijn voor praktische risicobeheersing.
Veiligheidsgedrag? Vraag het de expert
Ik heb weleens online de vraag gesteld wat veiligheidsgedrag is. Een antwoord dat ik kreeg van een gebruiker van de term, was dat we het dan hebben over ‘compliance- en participatiegedrag’. Bij veiligheidsgedrag gaan we kijken naar welke factoren van invloed kunnen zijn op compliance- en participatiegedrag.
In plaats van dat dingen duidelijker werden, raakte ik alleen maar verder in de war. Waarom hebben we het dan over ‘veiligheidsgedrag’? Waarom noemen we het niet gewoon ‘compliance- en participatiegedrag’? Omdat dat langer is en we tijd willen besparen? In dat geval heb ik onderaan deze blog wel een goede suggestie. Of omdat veiligheid moeilijk is om uit te leggen? Dat wordt dan zeker niet beter door compliance en participatie te gebruiken, want dat zijn pas echt moeilijke termen.
Misschien gemakkelijkere woorden gebruiken dan? Ik neem aan dat het gaat over ‘regels volgen’ en ‘bijdragen’? Maar ook met andere en/of gemakkelijkere woorden wordt het niet duidelijker. Want: is compliance + participatie gelijk aan veiligheid? Ik denk van niet. Regels volgens is vaak verstandig, maar regels kunnen niet alles omvatten. Regels zijn bijna altijd onvolledig en voor bepaalde situaties ongeschikt, of zorgen juist voor een hoger risico.
Dus: veilig gedrag of veiligheidsgedrag?
Dus, wat is veiligheidsgedrag? Ik heb er lang over nagedacht en ik weet het nog steeds niet. Het is niet gemakkelijk en dat hebben we gewoon aan onszelf te danken. Door de woorden die we kiezen en de woorden die we construeren. Maar we kunnen er wel lessen uit halen.
Om te beginnen kunnen we ons afvragen of we overal veiligheid voor moeten plakken. Veiligheidscultuur, veiligheidsgedrag, veiligheidsregels, enzovoort. Voegt het echt iets toe? Kun je veiligheidscultuur los zien van organisatiecultuur (of groepscultuur)? En wanneer wordt iets een veiligheidsregel? Neem de afspraak om rechts te rijden. We noemen het een verkeersregel, maar is het niet ook een veiligheidsregel? En een efficiëntieregel?
Veilig gedrag? Veiligheidsgedrag? In beide gevallen denk ik dat we het maar het beste gewoon over gedrag kunnen hebben. Daarmee vermijd je meteen normatieve of beschuldigende ondertoontjes, zelfs als die niet bedoeld zijn. Een sticker erop plakken of veiligheid ervoor zetten helpt meestal niet. In veel gevallen zorgt het er eerder voor dat verborgen wordt waar we ons werkelijk mee bezig zouden moeten houden.
Het label ‘veiligheid’ ervoor verleidt ons ertoe te denken dat we een oorzaak of een oplossing hebben en we ons daarop moeten richten. Vervolgens kijken we niet naar wat er werkelijk toe doet. Als we het hebben over zowel veilig gedrag als over veiligheidsgedrag is gedrag in de regel niet het probleem. Gedrag is een uiting van de onderliggende problemen (conflicterende doelstellingen, gebrek aan middelen, tegenstrijdige regels, onvoldoende support). Maar zover komen we niet als we op zogenaamd veiligheidsgedrag blijven hangen.
Tekst | Carsten Busch, woont en werkt in Noorwegen. Hij is verbonden aan de universiteit in Lund als begeleider in het Human Factors & System Safety-programma. Auteur van onder meer het boek Veiligheidsfabels, 123 en The First Rule Of Safety Culture.